Voor de liefhebbers heb ik ook een stuk syllabus op het net gezet onder de titel "levensbeschouwelijke visies op (de verhouding tussen) staat, recht en civil society", een overzichtje in 6 hoofdstukjes (1. pre-reformatorisch katholicisme, 2. van reformatie tot "Britse" verlichting, 3. van "Franse" verlichting tot secularisme, 4. joodse visies, 5.het perspectief van de islâm, 6. pluralisme en (gematigd conservatief) hedendaags christendom (amerikaans model en katholicisme post-Vaticanum II)). Alle opmerkingen en suggesties zijn welkom, liefst per e-post (matthias@storme.be).
(de tekst is bijgewerkt op 25 december 's avonds)
zaterdag, december 23, 2006
zaterdag, december 16, 2006
13 december en democratie als het recht om neen te zeggen
Op woensdagavond 13 december - Santa Lucia, moge ze de Geest van ons allen verlichten - kon ik de beruchte "valse" RTBF-nieuwsuitzending over de uitroeping van de Vlaamse onafhankelijkheid niet in real time volgen. Ik had een hele reeks vrienden verwittigd dat ze die avond best naar de RTBF zouden kijken, natuurlijk zonder uit te leggen wat er ging gebeuren. Over de voorbereiding van dat programma is er intussen al één en ander uitgelekt (dat dit niet op voorhand gebeurde is een wonder !), en misschien vertel ik daar als mede-samenzweerder later nog wel iets over (een en ander is al te lezen bij Bruno Valkeniers en in de Standaard, "een lunch onder Vlaams-nationalisten").
Maar zoals gezegd, ik heb de uitzending niet op het ogenblik zelf kunnen bekijken; ik was die avond in Luzern op de halfjaarvergadering van de Studiegroep Europees Burgerlijk Wetboek die al jaren werkt aan een "gemeenschappelijk referentiekader" voor het contractenrecht in Europa ("common frame of reference", als U niet weet wat dat betekent, wel, dan is dat de bedoeling - het is een Eurocommissionese term waar iedereen zich iets anders bij kan voorstellen omdat er geen consensus is over wat het zou moeten zijn). Aan de wetenschappelijke werkzaamheden werk ik al vele jaren met entoesiasme mee (wat ik verder denk over de idee van een Europees burgerlijk wetboek is vrij genuanceerd en kan de lezer wel elders vinden in mijn schrijfsels (zie onder meer "Freedom of Contract: Mandatory and Non-mandatory Rules in European Contract
Law").
Die avond dus werden we in Luzern ontvangen door de Zwitserse federale Minister van justitie (een eer die ons in België niet te beurt is gevallen - met de huidige minister van Justitie overigens gelukkig maar ! - maar in 2005 wel in Duitsland en eerder ook in enkele andere landen). Die minister van Justitie is de relatief beruchte Christoph Blocher van de Zwitserse Volkspartij (bij ons minstens als rechtspopulistisch gebrandmerkt indien niet erger, maar als sinds decennia lid van de Zwitserse federale regering en sinds 2003 ook de grootste partij van Zwitserland). Tijdens het diner werden we getracteerd op een toespraak onder de titel Privatrecht und direkte Demokratie (naar goed Zwitsers gebruik was de tekst voorhanden in de het Duits, Frans en Italiaans naast het Engels). Voor sommigen onder ons was die toespraak duidelijk een provocatie. De relevante vraag is natuurlijk niet of ze provocerend was, maar of ze goede argumenten bevatte.
Enkele punten uit die toespraak wil ik toch even naar voor brengen. Op de eerste plaats werd in herinnering gebracht dat de belangrijkste overdracht van bevoegdheden van de Zwitserse kantons naar de federale overheid (grondwetswijziging van 1874) gepaard ging met de invoering van de directe democratie, en met name het volksinitiatief op federaal vlak. De bevoegdheidsoverdrachten aan Europa zijn daarentegen nooit gepaard gegaan met een dergelijk tegengewicht. Blocher herinnerde er ook aan dat de belangrijkste en misschien zelfs enige reden waarom Zwitserland onmogelijk lid kan worden van de Europese Unie precies is dat in de Europese Unie het volk allesbehalve het laatste woord heeft. Een Europese beslissing kan immers nooit weggestemd worden door de Europese bevolking, ook al is een grote meerderheid ertegen. Of zoals Blocher het stelde: democratie is het recht van het volk om neen te zeggen. Dat recht hebben de meeste volkeren van de Europese Unie in Europese aangelegenheden nooit gekregen. En als ze het ooit krijgen (in sommige landen wanneer er een nieuw Europees verdrag moet worden geratificeerd), en van dat recht ook gebruik maken door neen te zeggen, dan blijft men ze met referenda bestoken tot ze één keer ja zeggen. Eenmaal ja gezegd is, krijgt men echter nooit meer de kans om nog eens neen te zeggen, leert ons de Europese referendumgeschiedenis...
Ongeacht wat men overigens van de persoon van Blocher vindt - hij is niet de gemakkelijkste man en zijn stijl is al evenmin de mijne - zijn toespraak van 13 december is het in ieder geval waard gelezen en overdacht te worden. Overigens werd ik getroffen door een merkwaardige zin op het gedrukte document dat onder embargo ter beschikking was: "Es gilt sowohl das mündliche wie das schriftliche Wort". De meeste politici kennen die transparantie niet en bedingen dat enkel hun geschreven of enkel hun gesproken woord geldt - en bij voorkeur zelfs geen van beiden als het op woord houden aankomt.
En daarmee ben ik terug bij 13 december in België. Op het journaal van onze zenders wordt er dagelijks komedie gespeeld door politici, en soms ook door journalisten die niet kritisch durven zijn voor de regering uit schrik niet meer mee op reis te mogen. Maar als journalisten dan toch eens de moed hebben om in de vorm van een docu-fictie echte vragen te stellen, dan is het kot te klein voor het gehuil van politici. De bevolking schijnt het toch in meerderheid te smaken (dat blijkt minder uit de eerste reacties, want die kwamen natuurlijk van de geschandaliseerden, maar in de verdere reacties overheerste toch meer zin voor humor). En al zou de Vlaamse onafhankelijkheidsgedachte een eerste referendum allicht niet winnen, op een relatief korte termijn zou België echte directe democratie alvast niet overleven.
Maar zoals gezegd, ik heb de uitzending niet op het ogenblik zelf kunnen bekijken; ik was die avond in Luzern op de halfjaarvergadering van de Studiegroep Europees Burgerlijk Wetboek die al jaren werkt aan een "gemeenschappelijk referentiekader" voor het contractenrecht in Europa ("common frame of reference", als U niet weet wat dat betekent, wel, dan is dat de bedoeling - het is een Eurocommissionese term waar iedereen zich iets anders bij kan voorstellen omdat er geen consensus is over wat het zou moeten zijn). Aan de wetenschappelijke werkzaamheden werk ik al vele jaren met entoesiasme mee (wat ik verder denk over de idee van een Europees burgerlijk wetboek is vrij genuanceerd en kan de lezer wel elders vinden in mijn schrijfsels (zie onder meer "Freedom of Contract: Mandatory and Non-mandatory Rules in European Contract
Law").
Die avond dus werden we in Luzern ontvangen door de Zwitserse federale Minister van justitie (een eer die ons in België niet te beurt is gevallen - met de huidige minister van Justitie overigens gelukkig maar ! - maar in 2005 wel in Duitsland en eerder ook in enkele andere landen). Die minister van Justitie is de relatief beruchte Christoph Blocher van de Zwitserse Volkspartij (bij ons minstens als rechtspopulistisch gebrandmerkt indien niet erger, maar als sinds decennia lid van de Zwitserse federale regering en sinds 2003 ook de grootste partij van Zwitserland). Tijdens het diner werden we getracteerd op een toespraak onder de titel Privatrecht und direkte Demokratie (naar goed Zwitsers gebruik was de tekst voorhanden in de het Duits, Frans en Italiaans naast het Engels). Voor sommigen onder ons was die toespraak duidelijk een provocatie. De relevante vraag is natuurlijk niet of ze provocerend was, maar of ze goede argumenten bevatte.
Enkele punten uit die toespraak wil ik toch even naar voor brengen. Op de eerste plaats werd in herinnering gebracht dat de belangrijkste overdracht van bevoegdheden van de Zwitserse kantons naar de federale overheid (grondwetswijziging van 1874) gepaard ging met de invoering van de directe democratie, en met name het volksinitiatief op federaal vlak. De bevoegdheidsoverdrachten aan Europa zijn daarentegen nooit gepaard gegaan met een dergelijk tegengewicht. Blocher herinnerde er ook aan dat de belangrijkste en misschien zelfs enige reden waarom Zwitserland onmogelijk lid kan worden van de Europese Unie precies is dat in de Europese Unie het volk allesbehalve het laatste woord heeft. Een Europese beslissing kan immers nooit weggestemd worden door de Europese bevolking, ook al is een grote meerderheid ertegen. Of zoals Blocher het stelde: democratie is het recht van het volk om neen te zeggen. Dat recht hebben de meeste volkeren van de Europese Unie in Europese aangelegenheden nooit gekregen. En als ze het ooit krijgen (in sommige landen wanneer er een nieuw Europees verdrag moet worden geratificeerd), en van dat recht ook gebruik maken door neen te zeggen, dan blijft men ze met referenda bestoken tot ze één keer ja zeggen. Eenmaal ja gezegd is, krijgt men echter nooit meer de kans om nog eens neen te zeggen, leert ons de Europese referendumgeschiedenis...
Ongeacht wat men overigens van de persoon van Blocher vindt - hij is niet de gemakkelijkste man en zijn stijl is al evenmin de mijne - zijn toespraak van 13 december is het in ieder geval waard gelezen en overdacht te worden. Overigens werd ik getroffen door een merkwaardige zin op het gedrukte document dat onder embargo ter beschikking was: "Es gilt sowohl das mündliche wie das schriftliche Wort". De meeste politici kennen die transparantie niet en bedingen dat enkel hun geschreven of enkel hun gesproken woord geldt - en bij voorkeur zelfs geen van beiden als het op woord houden aankomt.
En daarmee ben ik terug bij 13 december in België. Op het journaal van onze zenders wordt er dagelijks komedie gespeeld door politici, en soms ook door journalisten die niet kritisch durven zijn voor de regering uit schrik niet meer mee op reis te mogen. Maar als journalisten dan toch eens de moed hebben om in de vorm van een docu-fictie echte vragen te stellen, dan is het kot te klein voor het gehuil van politici. De bevolking schijnt het toch in meerderheid te smaken (dat blijkt minder uit de eerste reacties, want die kwamen natuurlijk van de geschandaliseerden, maar in de verdere reacties overheerste toch meer zin voor humor). En al zou de Vlaamse onafhankelijkheidsgedachte een eerste referendum allicht niet winnen, op een relatief korte termijn zou België echte directe democratie alvast niet overleven.
dinsdag, december 05, 2006
kartelbreuk met kranten
Tot vorige zaterdag hadden we als krant de Gentenaar in huis - de Gentse versie van het Nieuwsblad. Die was er gekomen in mei 2006 na de opzegging van De Tijd, toen die in handen was gekomen van De Morgen en dus volledig ontdaan werd van elke relevantie andere dan het loutere zakennieuws (geslaagde staatsgreep van links op de laatste kwaliteitskrant die Vlaanderen rijk was).
De Gentenaar is geen kwaliteitskrant en beweert er ook geen te zijn; daar kon ik dus mee leven. Toen de volle voorpagina echter werd ingenomen door Tom Boonen en zijn Lore die uit elkaar gingen werd het mij en mijn vrouw teveel en heb ik me door haar laten vermurwen om toch maar weer eens de Standaard te proberen, die ik buitengegooid had de dag dat ze er de AVV-VVK van gehaald hebben (een ware heldendaad van politieke correctheid waar Peter van der Meersch nog ongeveer elke week over loopt te stoefen ("nous en avons marre").
De eerste dag van het abonnement op de Standaard, 4 december, had ik er al spijt van. Inderdaad, Vandermeersch verpestte de krant weer. Zonder hem zou het nog doenbaar zijn (hoewel, ze moeten toch dringend eens leren om katernen te strijken zodat het er tenminste uiterlijk niet langer als een vod uitziet), maar de haat die uit diens schrijfsels voortvloeit voor al wat Vlaams en katholiek is, is spreekwoordelijk geworden. Die maandag 4 december was het venijn jegens de N-VA zo grof dat ik onmiddellijk heimwee kreeg naar Matthias Danneels in de Gentenaar. Diens redelijkheid, inlevingsvermogen en gezond verstand doen je het Nieuwsblad kopen zelfs als de rest op niets trekt.
En als de lezer het nog niet zou begrijpen: het venijn van Vandermeersch is te vinden onder de titel "Het einde nabij" en kan bij wijze van contrast best gelegd worden naast het stuk van Stefaan Huysentruyt van de Tijd: Travaillistisch en unitaristisch ACW trekt stekker uit kartel - al valt het op dat het stuk slechts in een fel afgezwakte vorm in de Tijd mocht verschijnen. Het is in ieder geval de scherpste analyse die van de kartelbreuk is gemaakt. En wat de CD&V ook moge beweren, de overtuiging dat het ACW - die organisatie waarvan de top Groen! stemt en de basis grotendeels VB - op de zaak-Dedecker gesprongen is om de N-VA onschadelijk te maken geldt nu wel als waar tot het tegendeel bewezen is.
De Gentenaar is geen kwaliteitskrant en beweert er ook geen te zijn; daar kon ik dus mee leven. Toen de volle voorpagina echter werd ingenomen door Tom Boonen en zijn Lore die uit elkaar gingen werd het mij en mijn vrouw teveel en heb ik me door haar laten vermurwen om toch maar weer eens de Standaard te proberen, die ik buitengegooid had de dag dat ze er de AVV-VVK van gehaald hebben (een ware heldendaad van politieke correctheid waar Peter van der Meersch nog ongeveer elke week over loopt te stoefen ("nous en avons marre").
De eerste dag van het abonnement op de Standaard, 4 december, had ik er al spijt van. Inderdaad, Vandermeersch verpestte de krant weer. Zonder hem zou het nog doenbaar zijn (hoewel, ze moeten toch dringend eens leren om katernen te strijken zodat het er tenminste uiterlijk niet langer als een vod uitziet), maar de haat die uit diens schrijfsels voortvloeit voor al wat Vlaams en katholiek is, is spreekwoordelijk geworden. Die maandag 4 december was het venijn jegens de N-VA zo grof dat ik onmiddellijk heimwee kreeg naar Matthias Danneels in de Gentenaar. Diens redelijkheid, inlevingsvermogen en gezond verstand doen je het Nieuwsblad kopen zelfs als de rest op niets trekt.
En als de lezer het nog niet zou begrijpen: het venijn van Vandermeersch is te vinden onder de titel "Het einde nabij" en kan bij wijze van contrast best gelegd worden naast het stuk van Stefaan Huysentruyt van de Tijd: Travaillistisch en unitaristisch ACW trekt stekker uit kartel - al valt het op dat het stuk slechts in een fel afgezwakte vorm in de Tijd mocht verschijnen. Het is in ieder geval de scherpste analyse die van de kartelbreuk is gemaakt. En wat de CD&V ook moge beweren, de overtuiging dat het ACW - die organisatie waarvan de top Groen! stemt en de basis grotendeels VB - op de zaak-Dedecker gesprongen is om de N-VA onschadelijk te maken geldt nu wel als waar tot het tegendeel bewezen is.
Abonneren op:
Posts (Atom)