Vertaalde medeburgers
Al te vaak zien we berichten, vaak uitgaande van Brusselse overheden, waarin de Nederlandse vertaling van een Franse tekst zo schabouwelijk is dat het hilarisch wordt, ware het niet intriest. Dat dit vooral bij Brusselse overheden gebeurt is natuurlijk geen toeval: het zijn diezelfde overheden die al tientallen jaren weigeren de taalwetten toe te passen wat betreft de aanwerving van ambtenaren. En dus zijn ze grotendeels door nederlandsonkundigen bevolkt. In 2021 waren slechts 18 % van de personeelsbeslissingen van de Brusselse lokale besturen conform de taalwetgeving, en van de 82 % onwettige beslisingen werden er 60 % geschorst door de vicegouverneur van Brussel, maar die schorsingen worden systematisch ingedaan gemaakt door de lokale besturen en het Gewest (interview met Jozef Ostyn in Bruzz 6 juli 2022; jaarverslag op https://vicegouverneurbru.be).
Sinds lang proberen de franstaligen te ontsnappen aan de taalwetgeving met de mantra dat de tweetaligheid van ambtenaren toch niet nodig is wanneer de dienst maar tweetalig is (wat natuurlijk in de praktijk betekende dat enkel de Vlamingen tweetalig moesten zijn, en uitmondde in situaties zoals de Schaarbeekse loketten ten tijde van Nols - een apartheid die weliswaar in de praktijk voor de Vlamingen relatief gezien niet zo nadelig was). Maar intussen wordt het nog een stuk erger nu sommigen menen zich ook van die tweetaligheid niets meer te moeten aantrekken omwille van het bestaan van vertaalsoftware. Even op google of babelfish zetten en klaar is kees. De Nederlandstalige krijgt in dat geval zelfs geen apart loket meer waar hij in zijn eigen taal terecht kan, en moet zich met een machine-afkooksel tevreden stellen. Het woord van Ludo Abicht, ongeveer 20 jaar geleden, dat Vlamingen te vaak slechts vertaalde medeburgers zijn, die in een slecht vertaald Nederlands geregeerd worden, wordt dan wel heel pregnant.
Een dergelijke situatie is in sommige gevallen zelfs al wettelijk vastgelegd, zo bv. voor de Nederlandse versie van Europese octooien sinds een Overeenkomst van Londen uit 2008: daardoor zijn er in de EU voor sommige zaken drie eersterangstalen en een reeks tweederangstalen (enkel de Spanjaarden hebben zich dara overigens niet bij neergelegd). Toegegeven, daar waar het Nederlands in beginsel gelijk behandeld wordt, zoals in alle wetgeving en rechterlijke uitspraken, kunnen we over de kwaliteit van het Nederlands in de EU niet klagen ! Dat is dan toch voor federale wetgeving in België maar al te vaak anders. Men moet maar eens het Nederlands lezen van het nieuw Burgerlijk Wetboek dat er zonodig (maar eigenlijk niet echt nodig) moest komen - een houterig taaltje dat opnieuw op de lachspieren zou werken als het niet zo droevig was. De fout hiervoor kunnen we overigens niet op de franstaligen steken, maar is het gevolg van onkunde en laksheid op taalgebied van vele Vlamingen. Dat verontschuldigt natuurlijk de nederlandsonkundigheid van franstalig overheidspersoneel niet, maar is in ieder geval ook geen toonbeeld van Vlaamse volwassenheid.
(Deze column verscheen in Onaf september 2022)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten