Luc van Braekel citeert (op http://lvb.net/item/1149#8412): Premier Guy Verhofstadt, op 9 januari 2005 in De Zevende Dag:"Een gemeenschap kan haar wil niet eenzijdig opleggen. Er moet altijd een compromis worden gesloten".
Hij voegt er fijntjes aan toe : "Ter herinnering: vorig jaar werd het gemeentelijk stemrecht voor migranten goedgekeurd met een federale meerderheid, terwijl een meerderheid van Vlaamse parlementsleden tegen was."
Mijn commentaar:
Quod erat demonstrandum. Verhofstadt bedoelt natuurlijk dat de Vlamingen nooit hun meerderheid mogen gebruiken, maar dat er altijd Vlaamse collaborateurs zijn om de Walen aan een meerderheid te helpen, en er op dat ogenblik natuurlijk wel een franstalige wil kan worden opgelegd aan de Vlaamse gemeenschap.
Als de franstaligen gewoon doordoen, mogen de Vlamingen de alarmbel niet gebruiken, want dan zouden zij verantwoordleijk zijn voor de crisis. Als de Vlamingen doordoen, komt de koning hen vertellen dat ze dat niet mogen doen, want dan zouden de Franstaligen de alarmbel gebruiken en dus de Vlamingen verantwoordelijk zijn voor de crisis. Rare logica, niet ?
Overigens is het bijzonder grof hoe de koning opnieuw partijpolitieke anti-vlaamse en zelfs antigrondwettelijke uitspraken doet. De Koning zet de politici er toe aan de arresten van het Arbitragehof niet uit te voeren. In een rechtsstaat zou men dit niet laten passeren .....
M.E.S.
PS. Dit wordt natuurlijk nog beter verwoord door de filsoof Peter de Graeve in de Tijd van 6 mei 2005:
Alleen Maingain spreekt de waarheid
De enige die totnogtoe naar waarheid heeft gesproken in het dossier-BHV is Olivier Maingain, voorzitter van het FDF. Dat, zoals hij deze week beweerde, 'de Vlamingen moeten leren naar de Franstaligen te luisteren' raakt in meer dan één opzicht de kern van de zaak, stelt PETER DE GRAEVE.
De historische essentie van de Belgische francofonie wordt uitgedrukt in één speech-act: 'Wees gehoorzaam'. Daartegenover staan alle mogelijke of onmogelijke scenario's waarmee Vlaamse onderhandelaars hopen die brute (en brutale) historische kracht enigszins te bedwingen. Maar die draaiboekjes blijven dagdromen, fictieve (want geveinsde) werkelijkheden, koperen pasmunten in ruil voor de ontstellende maar immer fonkelende waarheid van Olivier Maingain.
Men kan uit de aansporing van het FDF-boegbeeld afleiden dat hetgeen Hugo Schiltz sedert vele jaren het imperialisme van de Franstaligen noemt, ideologisch gesproken slechts een oppervlakkig aspect van deze affaire blootlegt. 'Imperialistisch' is uiteindelijk iedereen die zijn kans ruikt om de eigen machtsaanspraken door te duwen, en daarin door de politieke tegenstrevers niet of onvoldoende wordt afgeremd.
Reactionair paternalisme
De enige ideologische gietvorm waarin de politieke eisen van de Franstaligen als gegoten brons lijken te passen, is het begrip reactionair paternalisme. De Vlaamse onderhandelaars moeten maar eens goed nadenken over de vraag of zij, door toe te geven aan deze machtshonger (handig vermomd als een eis in rechte), eerst in Brussel en Vlaams-Brabant, maar uiteindelijk in heel België de weg (verder) willen vrijmaken voor de reactionaire praktijken van betuttelende bewindslieden.
Maingain heeft wellicht één woord geluidloos tussen de lippen gepreveld toen hij zijn historische waarheid verkondigde: het woord 'opnieuw', 'de nouveau'. De Vlamingen moeten opnieuw naar de Franstaligen leren luisteren. Laat men zich vooral geen illusies maken: de verhoopte terugkeer naar de (Vlaamse) luisterbereidheid is geenszins gemotiveerd door nobele gevoelens van humaniteit, solidariteit en verdraagzaamheid. Hij beantwoordt aan slechts één ding: het behoud van oude, en het verwerven van nieuwe macht. Dat is duidelijk geworden toen de Franstaligen betoogden in Wezembeek-Oppem. Ook daar kwam de volle waarheid uit de gouden mond van Maingain. Nadat hij zijn eis tot aansluiting van de faciliteitengemeenten bij Brussel had verwoord, voegde de FDF-leider er ten gerieve van de Vlaamse bewoners fijntjes aan toe dat zij van zo'n aansluiting bij Brussel niets te vrezen hadden: 'Wij zullen u beschermen, zoals wij vandaag al de Vlaamse Brusselaars beschermen.'
Derde schoolvoorbeeld van de Franstalige betuttelende speech-act. De klemtoon ligt hier voluit op het wij van de bescherming. Wij, en wij alleen. Los van de vraag of het wel klopt dat Brusselse Vlamingen door hun Franstalige burgermeesters voldoende beschermd, laat staan als volwaardige inwoners behandeld worden, is het veeleer zo dat de Franstaligen in de eerste plaats zélf heer en meester van hun politieke protectionisme en hun politieke protectoraten willen zijn en blijven.
In dit licht moet men ook hun vermeend 'humanistische' pleidooi pro de ondertekening van het Minderhedenverdrag zien. Zijzelf willen 'hun' Franstaligen in Vlaanderen beschermen. Zoals zijzelf 'hun' Vlamingen in Brussel beschermen. Wij zullen iedereen beschermen: wij zullen onszelf beschermen, en wij zullen België beschermen, en wij zullen de rechtsstaat beschermen. Ja, wij zullen zelfs Vlaanderen beschermen. Tegen wie of wat, eigenlijk?
Voorrechtsstaat
Maingains pleidooi voor de rechtsstaat is in wezen een pleidooi voor een voorrechtsstaat, en wel in een dubbele betekenis van dat woord. Ten eerste wil hij de historische machtsaanspraken van de Franstaligen in België erkend zien als de inzet van een strijd om (mensen)rechten. Ten tweede probeert hij langs die sluipweg terug te keren naar een vorm van staatkundig georganiseerde gehoorzaamheid die teruggaat op het België van vóór het federalisme, het België dat bestond vóór de komst van de huidige (relatieve) rechtsstaat.
Door Maingain naar de mond te praten is Elio Di Rupo als eerste door de knieën gegaan voor dat reactionaire paternalisme. Meer dan ooit lijkt het mij de taak te zijn van de Vlaamse democratische partijen rond de onderhandelingstafel, om le prince-charmant te wijzen op zijn historische vergissing in deze zaak. Zij moeten hem ervan overtuigen opnieuw de kant van het federalisme en de gelijkheid te kiezen. Memento historiam: wat in Duitsland ooit begon met het paternalisme van Hindenburg, is geëindigd met de dijkbreuk en de nazi-tsoenami. Lang geleden schreef Machiavelli: 'Het is misdadig een onrecht in stand te houden om een conflict te ontlopen.' Deze waardige en eeuwenoude waarheid moeten de Vlaamse onderhandelaars nu in bescherming nemen tegen de niet te stillen machtshonger en het cynisme van prinsjes als Maingain en van de democraten die hem uit vrees of eigenbelang ter wille zijn
donderdag, mei 12, 2005
Abonneren op:
Posts (Atom)