woensdag, oktober 11, 2023

Geschiedschrijving: begrijpen, betekenis inschatten, beoordelen in tijd en ruimte


Sedert jaren wordt in Alveringem door de vzw die de Kapelanij van Alveringem waar Verschaeve woonde behartigt evenals zijn archief een colloquium gehouden. Dit jaar werd de auteurs van de monumentale Verschaeve-biografie Romain Vanlandschoot gevierd n.a.v. zijn 90e verjaardag. 

Ik mocht er reflecteren over geschiedschrijving en Vlaamse Beweging en in de verf zetten op welke wijze Vanlandschoot een groot biograaf is. Zeker in zijn monumentale biografieën van Verschaeve Rodenbach en Verriest ontleedt en beschrijft hij het leven van de persoon en zijn omgeving zeer uitvoerig en aan de hand van talloze primaire bronnen en laat hij die zo tot zijn recht laat komen. Dat laatste betekent vooral ook de persoon en zijn handelen verklaren wat zeker niet wil zeggen dat er geen oordeel mag worden geveld zolang dat de recht doet aan complexiteit zonder goedpraten noch zwartmaken. Zo vervalt geschiedschrijving noch in hagiografie noch in het tegendeel ervan pathografie. 

Natuurlijk mag geschiedschrijving waar nodig demythologiseren maar die demythologisering strekt er niet toe om mensen te reduceren om helden klein te maken: de betrokkenen komen er niet simplistischer uit maar juist complexer. Ze komen eruit als mensen van vlees en bloed met hun twijfels en verscheurdheden. Bij Gezelle Verschaeve of Van Severen komen de verschillen tussen onderscheiden fazen in hun leven en werk beter tot uiting. Bij Verschaeve kregen zoals Lode Wils in zijn recensie schreef zijn "literaire scheppingen evenzeer de aandacht als zijn optreden in de Vlaamse beweging. Op beide domeinen werd hij sereen en kritisch beoordeeld". Bij Verriest en Rodenbach verschijnt hun moderniteit tezamen met de romantiek ja de romantiek als opening naar de moderniteit weg uit vastgeroeste classicistische modellen. Vanlandschoot liet ons het vernieuwende aan Verriest en Rodenbach zien dat niet alleen door antiflaminganten wordt ontkend maar ook door sommige flaminganten werd verduisterd.

In die biografieën werd veel aandacht gegeven aan de "receptiegeschiedenis" d.i. de wijze waarop een personen werden "ontvangen" in de latere geschiedenis. Het is tegelijk een verhaal over hoe zij werden geïnstrumentaliseerd maar ook hoe zij hebben geïnspireerd. Ik heb daar een dubbel gevoel bij. 

Enerzijds heb ik van Hans-Georg Gadamer geleerd dat de Wirkungsgeschichte van iets of iemand de wijze waarop iemand geïnspireerd heeft of gebruikt is een meer aan betekenis toont. Anders gezegd dat de betekenis van in het bijzonder iemands teksten of handelingen niet kan gereduceerd worden tot de bedoeling van de auteur. Maar omgekeerd kunnen personen ook niet worden gereduceerd tot de wijze waarop ze later werden gebruikt. Om de betekenis van een persoon te begrijpen kan en moet men lijken naar wat die persoon heeft teweeggebracht en wat de gevolgen daarvan geweest zijn. Maar om over een persoon een oordeel uit te spreken - wat nog iets anders is dan de betekenis van een persoon inschatten - moet die in zijn eigen tijd en ruimte worden beoordeeld en niet met het geluk en het gelijk van de later geborenen.

(deze column verscheen in ONAF oktober 2023 p. 14)

woensdag, juni 07, 2023

Een tekort aan taaldruk

Blijkbaar zijn er nergens anders in Europa zoveel kinderen waarvan de school- en landstaal niet de thuistaal is als in Vlaanderen. Zonder andere oorzaken te willen ontkennen is het vrij evident dat dat een van de redenen is waarom de leesvaardigheid van onze jeugd zo drastisch is verslechterd. Die grote anderstaligheid heeft daarnaast natuurlijk nog andere zeer negatieve gevolgen, zoals voor de participatie op de arbeidsmarkt, de sociale cohesie, en dergelijke meer. De volgende vraag is dan echter hoe het komt dat die anderstaligheid zo groot is, en met name ook verhoudingsgewijze een stuk groter dan in andere landen waar er ook veel nieuwkomers zijn. Waardoor schiet met name de taaldruk van het Nederlands tekort, de sociale druk om de taal te leren? Waarbij ik sociale druk in ruime zijn gebruik, war ook economsiche en culturele druk kan omvatten. En hoe kunnen we die taaldruk verhogen? 

 

Er zijn ook hier meerdere redenen voor die te lage taaldruk: het Nederlands is internationaal een relatief kleine taal - daarbij bedoel ik vooral kleiner dan de buurtalen Engels, Frans en Duits, waardoor ook de studie ervan beperkter is. Ons Vlaanderland wordt zelfs niet gepercipieerd als Nederlandstalig, omdat in het buitenland nog steeds de idee leeft dat België één tweetalig land is veeler dan een conglomeraat van voornamelijk twee ééntalige landen. Het helpt niet als de federale overheid dat beeld vaak ook nog hooghoudt. Het helpt ook niet wanneer we zelf nog soms stellen Vlaams te spreken in plaats van Nederlands en onszelf dus verkleinen. Het helpt ook niet dat tevele Vlamingen in teveel situaties geen Standaardnederlands spreken en het vaak zelfs nauwelijks kunnen. Het helpt evenmin dat we zo vriendelijk zijn om maar meteen over te schakelen naar Engels of Frans wanneer iemand geen Nederlands kent. Het helpt niet wanneer Vlaamse ondernemingen steeds meer alles in het Engels afficheren. Het helpt niet wanneer je aan universiteiten in Vlaanderen kan studeren zonder een woord Nederlands te leren. Het helpt ook niet wanneer bepaalde partijen en stromingen nog steeds een multiculturalisme predieken dat aanstuurt op het behoud van andere thuistalen, en die zelfs op school aan bod wil laten komen en anderstalige evenmenten wil bevorderen. En het helpt zeker niet dat er veel international instellingen of ondernememingen hier op vrij grote schaal activiteiten ontplooien met weinig respect voor het Nederlandstalig karakter van ons land, met bitter weinig inspanningen om hun expats Nederlands te doen leren, enzovoort. En het resultaat van dit en nog andere factoren is dat men in Vlaanderen nog veel te goed kan "overleven" zonder behoorlijk Nederlands te kennen. Er zijn gewoon teveel faciliteiten en toleranties die elk apart niet zo schadelijk zijn, maar allemaal tezamen een belangrijke factor zijn van dramatische situaties zoals hoger aangegeven. Er zit niets anders op dan op de meeste van die genoemde punten strenger te worden voor onszelf en voor anderen. Voor een Nederlandser en dus beter Vlaanderen.

 

 (Deze column verscheen in ONAF juni 2023)

 

Matthias Storme

 

maandag, mei 01, 2023

Opper- en neerhof: de vlag en de lading

Onder de wat mysterieuze titel "Motte & Bailey" - wat kan worden vertaald als opperhof (donjon) en neerhof - hebben enkele Engelse en Amerikaanse auteurs (te beginnen met Nicholas Shackel) een 'bedrieglijke tactiek' beschreven die zij vaak zien in publieke debatten en bij activisten. De uitdrukking werd ook overgenomen door Boudry & Braeckman in een bijdrage uit 2010 over pseudowetenschappelijke argumentatie. Het neerhof is de plaats waar de bewoners eigenlijk willen zijn, waar ze zich thuis voelen en uitleven, maar een plaats die moeilijk verdedigbaar is. Daarom wordt er hogerop een versterking gebouwd, de donjon, die goed verdedigbaar is maar waar ze helemaal niet willen wonen. Het is de verdedigbare positie waarin men zich terugtrekt wanneer de posities die men eigenlijk wil verdedigen niet houdbaar zijn, positie die men echter zo snel mogelijk terug inneemt wanneer de tegenstander minder oplettend is.  

Een tweetal jaar geleden analyseerde de amerikaanse auteur Craig Caroll onder dit oogpunt de "Black Lives matter" beweging: de vlag waarmee men zwaait is een slogan waar niemand tegen kan zijn, die dus perfect verdedigbaar is, en die toelaat om elke tegenstander te kwalifcieren als iemand die het onverdedigbare verdedigt. De lading daarentegen, wat men minder luidruchtig nastreeft, is iets wat zelf nauwelijks verdedigbaar is (en dus ook verwijderd werd van internat, maar gearchiveerd kan worden teruggevonden op http://web.archive.org/web/20200822193504/https://blacklivesmatter.com/what-we-believe/), zoals "het ontmantelen van het cisgender privilegie", "disruptie van het Westers voorgeschreven kerngezin". Zodra dit soort woke-onzin wordt bekritiseerd, verwijt men de tegenstander dat die racistisch is omdat die niet achter "black lives matter" staat. 

 

Een ander voorbeeld is om onder het mom van afkeer voor de slavernij een hele rimram van zogenaamde dekolonisatie-eisen te stellen, zoals recent op de website van de VUB zelf werd aangekondigd (https://www.vub.be/nl/over-de-vub/de-vub-universiteit-van-de-toekomst/de-wereld-heeft-je-nodig/we-decolonize-vub-project-de-wereld-heeft-je-nodig): "De universiteit, als ruimte en instituut is gebaseerd op witte, mannelijke, heteronormatieve fundamenten en is een voortzetting van kolonialiteit, het is daarom essentieel om het zogenaamde universele karakter van Eurocentrische kennis te deconstrueren en verschillende kennis, kennisproducties en pedagogieën te hercentraliseren om de onevenwichtigheid in kennis aan te pakken die de universiteit in stand houdt" en "veilige ruimtes te creëren voor geracialiseerde studenten". Wie deze onzin niet deelt, wordt meteen als onderdukker bestempelt - de donjon "niemand kan voor onderdrukking zijn" moet de aandacht afleiden van de nonsens dat alle wetenschappelijke kennis die in het Westen werd ontwikkeld een vorm van koloniale onderdrukking is (terwijl men vanzelfsprekend ten volle geniet van Westere technologie, geneeskunde of onderwijs). 

 

Dezelfde tactiek vinden we voortdurend wanneer woke-ideeën worden aangevallen: men verbergt de lading en hangt een vlag uit waar zogezegd niemand tegen kan zijn, pretenderende dat de lading niets anders is dan de vlag. Kijk even goed uit en je vindt de drogredenering overal.

 

 

 
Locations of visitors to this page