dinsdag, mei 02, 2017

Geen dubbele nationaliteit ? Een tweede stem.

Gelijk stemrecht voor elke volwassen burger wordt beschouwd als een van de grondbeginselen van onze democratie. Nog vindt men in Leuven op een gevel een gedenkplaat "Aan hen die vielen voor het algemeen stemrecht" dat de doden van 18 april 1902 bij een algemene staking herdenkt. Nochtans was het algemeen stemrecht voor volwassen mannen (althans vanaf 25 jaar) reeds ingevoerd in 1893 (de vrouwen dienden in België te wachten tot 1949). Maar het was geen gelijk stemrecht voor eenieder. Een bijkomende stem had onder meer wie veel belastingen betaalde (een wat bijzondere interpretatie van representation gebaseerd op taxation) of een diploma van hoger middelbaar onderwijs had. Wanneer men vandaag leest hoe vaak commentatoren na verkiezingen waarvan het resultaat hen niet bevalt, uithalen naar het feit dat dat het gevolg is van domme kiezers, lijken deze wel heimwee te hebben naar het laatste. Dat mensen met name bij referenda wel eens om andere redenen voor of tegen stemmen dan waar het in de stemming om gaat, lost men overigens niet op door hen over meer inspraak te geven en niet over nog minder.

Maar ook ons huidig systeem van algemeen enkelvoudig stemrecht geeft in werkelijkheid niet elke stemgerechtigde evenveel. Ondanks ons stelsel van evenredige verdeling van de te begeven zetels, kost een zetel in bepaalde delen van het land meer dan andere. Dat is voornamelijk een communautaire scheeftrekking, die wel te verklaren is (omdat zetels verdeeld worden volgens inwoners en niet volgens kiezers en noch minder volgens kiezers die effectief gestemd hebben) maar daarom niet goed te praten. Om die reden heb ik eerder verdedigd dat er gewoon een parlementszetel zou moeten worden toegekend voor een vast aantal stemmen (bv. 1 zetel voor elke 35.000 stemmen); voor inwoners die niet of blanco stemmen zouden de zetels dan 'leeg' blijven, wat me erg zinvol lijkt.

Maar er is nog een andere vorm van ongelijkheid, doordat sommigen op meerdere plaatsen kunnen kiezen voor vertegenwoordigingen van hetzelfde niveau en andere niet. Minstens sommige burgers van een EU-lidstaat die in een andere lidstaat wonen kunnen bij de verkiezingen voor het Europees parlement zowel voor lijsten van hun woonstaat als van hun staat van nationaliteit kiezen. En zoals pas nog is gebleken kunnen burgers met een dubbele nationaliteit deelnemen in vele gevallen aan nationale verkiezingen deelnemen in beide landen.

Dubbele nationaliteit heb ik nooit een gezonde zaak gevonden, al hangt de vraag hoe problematisch dit echt is mede af van de rechtsgevolgen die je al dan niet aan nationaliteit koppelt. Het Belgische recht heeft lang de dubbele nationaliteit zoveel mogelijk beperkt (zodat men tot 2007 zijn Belgische nationaliteit verloor zodra men een andere vrijwillig aannam), maar is de jongste decennia meegegaan in de mode van multinationalisme. Dit terugdraaien is minstens ten dele mogelijk, maar niet eenvoudig. In gevallen waar het andere land de afstand van nationaliteit weigert (probeer maar eens van de Marokkaanse of Turkse nationaliteit af te geraken), zou je met een verbod op dubbele nationaliteit ook straffen wie je voor zijn integratiebereidheid juist wil belonen. En omgekeerd zijn we niet totaal ongevoelig voor de wens van Vlamingen in het buitenland om een dubbele nationaliteit te kunnen behouden. Maar er is een andere maatregel die wel wellicht wél eenzijdig kunnen nemen, en die een onterecht voordeel van de dubbele nationaliteit compenseert. Geef eenieder die in België woont en enkel de Belgische nationaliteit hebben een tweede stem bij de parlementsverkiezingen. Daarmee worden ongelijke situaties ongelijk behandeld en dus fundamenteel de gelijkheid hersteld.


-->
Matthias Storme

( deze column verscheen in Grondvest mei 2017 p. 6)
 
Locations of visitors to this page