dinsdag, oktober 27, 2009

Laten wij vieren!

Uit: SPOREN TREKKEN,Feestbundel Richard Celis (2009), p. 201-203.

Richard Celis vieren is tegelijk een evidente zaak en een weerbarstige taak.

Het is eerst en vooral een evidentie. Richard Celis moet gevierd worden alleen al omdat hij zo'n centrale rol heeft gespeeld en speelt bij het vieren van onze (Vlaams) gemeenschap, het vieren zo centraal heeft geplaatst in onze Vlaamse gemeenschap en de (Vlaamse) gemeenschap zo centraal heeft geplaatst in het vieren.

Het is een weerbarstige taak omdat het vieren de gevierde centraal plaatst en Richard Celis zich liever aan het licht van de schijnwerpers onttrekt, hij die zovele anderen in de schijnwerpers heeft geplaatst en gevierd.

Vieren is noodzakelijk een gemeenschapsgebeuren. Het is het loslaten van het individuele doorhollen, het even vertragen om iets samen te doen, het gemeenschappelijke uitdrukking te geven. De democratie moet regelmatig gevierd worden en zich reconstitueren in het vieren. De noodzakelijke grondslag voor het functioneren van een democratie is wat Roger Scruton een overtuiging van lidmaatschap (membership) noemde en Peter Sloterdijk "Zugehörigkeit" als resultaat van "zusammen gehören". De rechten en plichten van het lidmaatschap veronderstellen een lidmaatschap, een behoren tot dat gegrond is op een samenhoren. Dit veronderstelt ook een elkaar horen, en dus het spreken van eenzelfde taal, bij voorkeur letterlijk, maar minstens figuurlijk. Samen vieren kan die samenhorigheid versterken wanneer het vieren niet louter vrijblijvend is, d.i. wanneer het niet louter een (samen) consumeren is. Een samenhorigheidsgevoel dat enkel op het consumeren van een festival berust kan geen grondslag vormen voor een democratie wanneer er geen samenspreken, samenwonen en samenbouwen mee gepaard gaat. De voor een democratische staat vereiste samenhorigheid moet betrekking hebben - behalve op op de minimale regels voor een beschaafd geachte omgang met elkaar - op die zaken waarvoor die staat dient en waarmee ze zich bezighoudt, precies zoals de voor gelijk welke club vereiste samenhorigheid betreking moet hebben op de activiteiten van die club. Voor het samenleven in een staat is vriendschap onder de burgers geen noodzakelijke voorwaarde, net zozeer als vriendschap tussen twee individuen die niet dezelfde taal spreken een basis kan vormen voor een democratische staat van allen die tot die twee taalgroepen zouden behoren. Een democratische staat kan en moet enerzijds veel overlaten aan het pluralisme van de civiele samenleving; ze overleeft anderzijds ook niet wanneer er niet voldoende gemeenschappelijks is - dit is voldoende waarmee een grote meerderheid van burgers zich identificeert - voor de taken die men die staat wil laten uitvoeren en de verplichtingen die men de burgers daarvoor wil opleggen (het naleven van de wetten, betalen van belastingen en sociale bijdragen e.d.m.). Maar wanneer die gemeenschappelijkheid in voldoende mate aanwezig is, kan de gemeenschap er alleen maar wel bij varen wanneer men die ook regelmatig viert.

Een viering is een plaats waar twee dimensies elkaar kruisen. In de viering van een kerk kruisen het schip en de zijbeuken, de dimensie van de diepgang en die van de breedte. Door dat kruisen in de viering vormt deze een stevig fundament voor het bouwen van een toren die het hele gebouw tot in de hemel verlengt. In de viering van een gemeenschap kruisen zich een horizontale en een verticale dimensie. De horizontale dimensie is de gemeenschap van de levenden, de medeburgers, van onze naaste naasten tot onze verdere naasten. In concentrische cirkels kunnen wij proberen die ervaring van gemeenschap uit te breiden van de naaste naasten tot de hele mensheid, maar hoe groter de cirkel wordt, hoe dunner de gemeenschap. De verticale dimensie verbindt ons met de vorige en volgende generaties. Een feest is dan ook slechts een viering wanneer in dat feest iets wordt doorgegeven aan de volgende generaties dat we van de vorige hebben geleerd. Daarom is elke viering een herdenken in de dubbele betekenis van het woord: het gedenken van het verleden dat vooreerst een danken is voor wat onze voorgangers ons hebben gegeven en een opnieuw denken opdat wij ook onze nakomelingen iets te geven hebben. Door het herdenken tonen wij ook wie we zijn. Wij her-denken, dus wij bestaan !

Richard Celis heeft die dubbele betekenis altijd goed begrepen. In al zijn streven heeft hij steeds de vernieuwing kansen gegeven zonder de "oude getrouwen" af te vallen of te kleineren. Teveel andere spelers in onze Vlaamse Gemeenschap hebben dat evenwicht niet weten te bewaren en zijn ofwel vooruitgehold met gebrek aan respect voor de ervaringen en inspanningen van onze voorgangers ofwel blijven steken in oude vormen en gedachten zonder ze te kunnen overbrengen op de volgende generatie. Vanuit die diepgang heeft onze gevierde jarenlang geprobeerd de zijbeuken te verbreden, steeds meer medeburgers te betrekken bij de viering van onze Gemeenschap.

Een viering verwijst ook naar de vier windstreken, de viering van een volksgemeenschap dus naar de andere volkeren in die windstreken, van buren to verre vrienden. Richard Celis heeft steeds de nadruk gelegd op de uitwisseling van ervaringen onder de volkeren van Europa. Een waar inter-nationalisme veronderstelt natuurlijk eerst de erkenning dat naties een zekere identiteit hebben van waaruit zij ervaringen en gedachten kunnen uitwisselen. Zijn Vlaanderen-Europa was dan ook opgebouwd uit een Vlaanderen-Schotland, Vlaanderen-Ierland en zo voort. De Vlaamse overheid heeft dit jammer genoeg niet naar waarde weten te schattten.

“Met nooit gebroken moed” is Richard Celis steeds blijven ijveren “tot statig als een eik, voor U ons volk herbloeit”.

maandag, oktober 12, 2009

Vaticaanse diplomatie of Belgisch symptoom ?

In de homilie bij de heiligverklaring van pater Damiaan hield de paus een homilie (1) met een passage in het Nederlands, vervolgens in het Duits en tenslotte in het Frans; het is interessant om het woordgebruik even vanuit "communautair" perspectief te bekijken.

In het deel in het Nederlands spreekt de paus van het geboorteland Vlaanderen, en spreekt dus met inleving in het perspectief der Vlamingen, die Vlaanderen (veeleer dan België) als hun land beschouwen, Vlaanderen in de moderne betekenis welteverstaan.

In de Franse tekst spreekt hij over "L'Eglise en Belgique"; de paus is zo slim om Belgique hier niet als het "land" van pater Damiaan voor te stellen, maar voor de Franstaligen die "natuurlijk" heel België als "hun" land beschouwen (2) klinkt het alvast wel zo.

Dan volgt het zinnetje dat "saint Damien nous entraîne à choisir les bons combats (cf. 1 Tim 1, 18), non pas ceux qui portent la division, mais ceux qui rassemblent".

Leuk detail is natuurlijk dat deze aanmaning enkel in het Frans wordt gezegd. Als men de toespraak communautair wil duiden, zijn het dus wel de Franstalige Belgen en niet de Vlamingen die de aansporing krijgen om de strijdbijl te begraven.

Natuurlijk moet men niet te rap veronderstellen dat de paus ook maar enige bedoeling had iets te zeggen over onze communautaire twisten, maar uit goede bron weet ik alvast wel dat er over de woordkeuze in deze tekst wel degelijk gesproken is met onze diplomaten in Rome, en dat zonder deze bespreking de tekst de harten van de Vlamingen minder zou hebben bekoord. Het Vaticaan heeft in het verleden meermaals last gehad van eenzijdige geïnformeerdheid over de situatie bij ons (3), maar deze tekst toont aan dat ze wellicht toch bijgeleerd hebben.

(1) homilie op http://www.kerknet.be/microsite/damiaan/nieuws_detail.php?subsiteID=2328&nieuwsID=88163
(2) Zie mijn "Nog steeds "Ils nous ont pris la Flandre"" op http://vlaamseconservatieven.blogspot.com/2007/09/nog-steeds-ils-nous-ont-pris-la-flandre.html
(3) Zie "De nuntius en de Vlamingen", Doorbraak 2004, http://www.secessie.nu/?tekst=toonhtml&artikel=904-46

zondag, oktober 11, 2009

Laudatio Richard Celis

Laudatio Richard Celis n.a.v. de viering van zijn 80e verjaardag, Antwerpen 10 oktober 2009
door prof. Matthias E. Storme


Herr, der Sommer war sehr groß
Befiehl den letzten Früchten voll zu sein; 

gieb ihnen noch zwei südlichere Tage, 

dränge sie zur Vollendung hin und jage 

die letzte Süße in den schweren Wein.

(R.M. Rilke)

(1) beste Richard, beste vrienden uit alle seizoenen, de zomer was zeer groot. Een zomer van reeds meer dan een halve eeuw.

Misschien verwacht U van mij dat ik uitleg waarin die lange zomer zo groot was. Dat ik uitleg wat Richard Celis allemaal gepresteerd heeft, wat hij bereikt heeft, hoe hij daarvoor reeds erkend en gewaardeerd werd.

Ik zal U dan moeten teleurstellen. Dit gaat mijn krachten en vooral mijn tijdsbestek te boven. Ik zou er Ademloos van worden.

Maar ik wil graag een poging doen om luidop denkend te antwoorden op de vraag waarom de zomer zo groot was. Ook dat gaat allicht mijn krachten te boven maar ik probeer het toch. En gezien onze Nederlandse liederenschat Richard zo nauw aan het hart ligt, zal ik ten dele daaruit putten.

Waarin schuilt het geheim van Richard Celis ? In een hele reeks deugden.

(2) Laat me beginnen met de leergierigheid.

de jongen kijkt door de geopende ramen
waarlangs de wereld slaat;
zonder zich te beraden
stapt hij de deur uit, helder en zonder vrees.


(H. Marsman, De grijsaard en de jongeling)

Leergierigheid die wel zal aangewakkerd zijn geworden door de jezuïeten in Turnhout, die de jonge student naar Leuven bracht, naar de Sorbonne in Parijs, naar Antwerpen, leergierigheid die tot op vandaag nooit heeft opgehouden. Zij gaat over in een openheid op de wereld en gepaard met luisterbereidheid. Want al kon en kan Richard Celis veel en soms ook snel praten, hij luisterde ook voortdurend.

(3) Dan is er het doorzettingsvermogen. Richard Celis is vaak een man van het woord geweest, maar nog meer een van de daad.

Geboren uit droom van 't verleden
Gegroeid tot de welige daad

(J.Smeyers - Armand Preud’homme, Weest paraat)

Richard heeft voortdurend gewerkt om andere mensen rondom zich mee krijgen, mee te trekken, mee te stuwen, maar bleef ook doorvechten als hij in de steek werd gelaten of er tegenslag was:

Als gij morgen valt en ik blijf alleen,
Kameraad ik blijf en ik vecht voor twee.

(Roger Lammens - Jef Tinel, Wij zijn bereid)

(4) Met een afgrijselijk Nederlands woord kunnen we Richard Celis een beroepsoprichter noemen. Mooier is het van een stichter te spreken, een stichtend voorbeeld. Zijn stichtingsdrang heeft het maatschappelijk leven in onze Zuidelijke Nederlanden verrijkt met talloze organisaties, gaande van de scouts van Sint-Pieters-Lille, 21e Kempen, waarvan de themata mogen doorklinken in mijn citaten, over Campinia Academica, de Kempische koffietafel, Nekka, de Vlaamse culturele koepel, de Elfdaagse Vlaanderen-Europa en vele andere. Als het gekund had ook het nieuwe Gemenebest der Lage Landen, waarvan hij een waardige président-fondateur zou zijn.

Stel met uw broeders de dienende daad,
bouw voor uw volk, wroet aan uw taak !
Voel dat ge weer op de wereld bestaat,
eén met uw volk, rijk om uw taak !

(Renaat Van Daele - Armand Preud'homme, Daglied)

(5) Een met uw volk, Richard. Maar niet zomaar een abstracte eenheid, die sommigen ook in de Vlaamse Beweging er wel toe heeft gebracht van het reële volk te vervreemden doordat ze doorholden in extremisme. Je hebt altijd geprobeerd mensen te verenigen in plaats van ze te verdelen. Niet: wie niet met ons strijdt, is tegen ons, maar omgekeerd: wie niet tegen ons strijdt is met ons. Je hebt altijd geprobeerd de lauwen, de onverschilligen mee te krijgen door op zoek te gaan naar het gemeenschappelijke, naar datgene wat hen warm kon maken. Met het oog op de samenwerking keek je eerst naar de kwaliteiten die iemand te bieden had, en vervolgens hoe je diens gebreken erbij kon nemen.

Ook politiek probeerde je steeds te benadrukken waarin we één moeten zijn, en de mensen daarbuiten vrij te laten. Wellicht heb je het van de Jezuïeten in Turnhout ook zo geleerd:

in necessariis unitas
in dubiis libertas
in omnibus caritas.

(6) De noodzaak om niet alleen te preken voor de overtuigden betekende ook voor jou natuurlijk niet dat je niet kritisch mocht zijn of de mensen niet mocht wakker schudden. Vanuit de idealen van je jeugd die je steeds bent blijven uitdragen klinkt het als volgt:

Wij hebben de vreugd' niet verloren
de vriendschap die alles bestaat
ons lied, het schoon en sonore
onze stap die de lauwen moet storen
klinkt voort tot de wereld vergaat.

(Anton van Wilderode - Renaat Veremans, Vlaanderen herrijst)

(7) Richard, de zomer was ook zeer groot omdat jij anders dan vele anderen niets hebt verloochend. Niet Lille noch de Kempen, niet de Jezuïeten noch de kerk, niet de culturele volksverheffing noch de politieke autonomie, niet het Europese ideaal noch dat van Heel-Nederland. Tevelen in ons volk verkondigen een tegenstelling tussen dialoog met de andere en trouw aan het eigene, wellicht om aldus hun eigen ontrouw, hun zelfverloochening te verdoezelen. Uw trouw heeft U nooit verhinderd te dialogeren en uw dialoogbereidheid heeft U nooit verhinderd trouw te blijven en ook radicaal.

Je hebt dus ook nooit afvalligheid moeten verbergen achter het mantra van de politieke of andere haalbaarheid. Ik heb in uw streven steeds realisme gezien en veel zakelijkheid, maar de zakelijkheid ging niet ten koste van de ziel en het realisme belette U niet om de lat toch altijd net iets hoger te leggen dan het haalbare. Plus est en vous.

(8) Natuurlijk, je behoorde niet tot het gild der roepers. Noch tot dat van de roepers aan de zijlijn, de stuurlui aan wal, noch tot dat van de roepers op het podium, die meer in de schijnwerpers en het applaus geïnteresseerd waren dan in de boodschap of het resultaat. De show was aan U niet besteed, de diplomatie des te meer.

(9) Dat je niet stond te roepen betekende dus ook niet dat de boodschap niet duidelijk werd verwoord, en die luidt nog steeds:

fier vol vroom vertrouwen
met nooit gebroken moed
ons land weer op te bouwen
tot statig als een eik
voor U ons volk herbloeit

(Remi Pirijns - Gaston Feremans, Gebed voor het vaderland).

Je hebt er ook nooit aan getwijfeld dat ons volk het Nederlandse volk is, weliswaar in zijn zuidelijke variant, getekend door zijn eigen wisselvalligheden van de geschiedenis ....

Dat opbouwen verloopt tergend traag en wanneer een doorbraak in zicht is, schrikken onze leiders ervoorterug en kruipen ze weer in hun mosselschelp. Het is maar een groot geluk dat, met het citaat uit Jozef Simons' Eer Vlaanderen vergaat, dat U ook dierbaar is,

"Gelukkig is het niet juist dat het uur der volkeren maar eenmaal slaat".

Dit mag er ons evenwel niet van weerhouden om de kansen voor autonomie die zich aandienen te grijpen, we hebben wel degelijk al te veel kansen gemist, ook recent en zeer recent nog.

(10) Je bent altijd de weg blijven wijzen naar dit doel van emancipatie van ons volk, een doel dat geen klein-Vlaams maar enkel een Nederlands doel kan zijn. Als oud-scout was je ook hier een gids voor vele verdwaalden:

Patrouilleleiders komen getreden, verbonden door éénzelfde wet.
Zij willen een spoorteken wezen, een spoor dat de anderen redt.

(R. de Meester, Patrouilleleiderslied)

Nog elk jaar zorg je mee voor de uitreiking van Gulden Sporen voor culturele of economische uitstraling. En die spoortrekkers blijven onontbeerlijk in de woestenij van onze publieke cultuur.

Zeker voor de Vlaamse instellingen van vandaag moet ik je woorden herhalen:

"Wat heeft het voor zin autonomie te verwerven als die vervolgens helemaal uitgehold wordt door het afglijden van de cultuur naar het niveau van de soap opera (....) , een culturele abdicatie"

(Zangfeestrede als ANZ-Voorzitter "De grenzen voorbij").

Het is vandaag overigens niet enkel cultureel dat we afgegleden zijn naar het niveau van de soap opera, de politiek doet nog beter.

(11) Tegen het consumptieculturalisme heb je steeds de waarde verdedigd van de volkscultuur, van de cultuur ingebed in de lokale gemeenschap, in de eigen taal; van de waarde van die lokale gemeenschap, ook van het dorp - al trok je van Lille naar Parijs en Antwerpen. Mijn oud-grootvader trok van Antwerpen zonder Wapper naar de Arenbergpolder naast Doel. Nu men die vructhbare polder wil volgieten met beton, nu Vlaanderen door de illegale kuiperijen van zijn eigen regering Doel-loos dreigt te worden citeer ik al even graag een andere duidelijke uitspraak van jou in het blad waarvan je 40 jaar eerder zelf hoofdredacteur was, Ons Leven:

"Aan een Vlaanderen dat volstaat met fabrieksschouwen en dat volgegoten is met beton heb ik GEEN boodschap"

(Ons Leven, jaargang 103 nr. 9-10).

Met in hetzelfde nummer een pleidooi jegens de studenten voor het einde van België, het Nederlandse Gemenebest, Nederlandse fierheid, een mentaliteit weg uit de zelfgenoegzaamheid, krachtdadige beëindiging van de verloedering van ons natuur- en cultuurpatrimonium, bezieling tegen het geestdodende materialisme en de vervlakkende vervreemding, nationaal zelfbewustzijn. Zeventien jaar later heeft de tekst zijn actualiteit niet verloren.

Als zoon van de Kempen weet je ook :

Uw echte kindren blijven trouw
aan deugd en taal en zeden

(J. Demoulin - Emiel Hullebroeck, De Kempen)

(12) In dat streven ben je nooit het zicht op het grotere geheel verloren, in het bijzonder de Europese context. Met de luciditeit je eigen heb je altijd ingezien dat ons volk gediend is met een grote mate van culturele en andere uitwisseling met andere volkeren, op wederkerige en transparante basis, en daar steeds concreet aan gewerkt, met de interlands, met bilaterale verenigingen, enzovoort.

Met dezelfde luciditeit leer je dat wij helemaal niet gediend zijn met complexe en intransparante politieke structuren waarvan de belangrijkste doelstelling wellicht is, het de burger onmogelijk te maken er wijs uit te geraken om dan een excuus te hebben om diezelfde burger elke inspraak te ontnemen.

(13) Een hele zomer van een leven lang heb je naast grotere ook en vooral talloze kleine initiatieven ondernomen om concreet, onder de mensen, die zelfgenoegzaamheid door fier zelfbewustzijn te vervangen. Al heeft de vervlakking en vervreemding veel verwoest, overal bij de volksbasis zijn er nog brokstukken van traditie en cultuur, van fierheid en bezieling. De cultuur die we zelf maken, vaak rond de waardering van dagelijkse dingen, is het kostbaarste weefsel van ons volk. De Vlaams-nationale en Nederlandse geest daar inbakken is wellicht de kern van de methode-Celis.

Herr, der Sommer war sehr groß

(14) De vruchten zouden zo rijp niet zijn geworden was er ook niet de omgeving thuis, de familie, je vrouw. An zal daar meer over zeggen.

Je had en hebt een Kempische terugvalbasis om het contact met landschap en natuur te behouden, want:

"op de heide waait de wind alle zorgen weg"

(Jozef Simons - Armand Preudhomme, Kempenland)

En je hebt een vrouw - Mieke - die ook vandaag dit alles heeft georganiseerd. Wat mij toelaat te eindigen met een nostalgisch vers uit dit Afrikanerliedje:

In die arms van my edele nooie
sal die dood my alleen daar weghaal

(Die Vaalrivier vlei)

Maar laat de herfst ons eerst nog rijpe zoete vruchten brengen.

donderdag, oktober 01, 2009

Open Brief aan de Vlaamse Regering en het Vlaams Parlement over de BAM Reclamespots en de Lange Wapper

(Deze open brief die ik meende te moeten mee ondertekenen verscheen als Vrije Tribune in Knack, http://www.knack.be/blog/blog-algemeen/71-89-5218/open-brief.html)

Geachte leden van het Vlaamse Parlement, geachte Ombudsdienst Vlaamse Regering,

Op zondag 18 oktober vindt het referendum over de Oosterweelverbinding plaats. Die dag wordt een hoogdag van de democratie omdat Antwerpenaars dan hun stem pro of contra de Oosterweelverbinding mogen uitbrengen en zo mogen participeren in het politieke proces. Dit referendum werd afgedwongen door burgers voor burgers en biedt de mogelijkheid aan elke Antwerpenaar om zelf, in eer en geweten, een oordeel te vellen over de Lange Wapper en de Oosterweelverbinding.

Als Antwerpenaars en als burgers willen wij hierbij dan ook protest aantekenen tegen de op 19 september gelanceerde reclamespots van BAM (Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel) op de website van Vooruit met Antwerpen en Youtube. In plaats van objectief en neutraal informatief te zijn, zitten deze reclamespots vol onnauwkeurigheden over het concurrende tunnel alternatief.

Maar, erger nog, in deze spots worden subjectieve en manipulatieve uitspraken gebruikt om Antwerpenaars ertoe te bewegen toch vooral een stem pro Oosterweelverbinding uit te brengen. We vermelden hier enkel de meest flagrante, manipulatieve beweringen die Antwerpenaars emotioneel onder druk zetten om ja te stemmen op het referendum: zo stelt het filmpje "Leefbaarheid" dwingend (maar onbewijsbaar) dat de Oosterweelverbinding met Lange Wapper viaduct een absoluut noodzakelijke schakel is in een ketting van stadsvernieuwingen die anders uit elkaar valt en mogelijk anders niet zullen gebeuren. Zo stelt het filmpje "Werken" dat we straks allemaal werkloos op straat zullen staan als we niet pro Lange Wapper stemmen. Deze beweringen vallen niet meer of niet minder dan onder de categorie "emotionele chantage."

Als burgers die geloven in democratie en open politieke argumentatie, die transparant is voor alle burgers, vinden wij deze reclametactieken en foutieve informatie in strijd met de wetgeving op de openbaarheid van bestuur in België van 11 april 1994. Deze wet erkent dat de Belgische en Vlaamse overheid ten dienste van de bevolking werkt en daarom ook doorzichtig, neutraal en efficiënt naar de bevolking toe dient te communiceren. België is hieraan verder ook gebonden door internationale wetgeving (verdrag van Aarhus van 1998 en de Europese richtlijn 2003/4/EG (28 januari 2003)), die regelt hoe de overheid naar de burger toe dient te communiceren.

Wij willen u er hierbij aan herinneren dat de BAM in wezen een overheidsorgaan, een communicatie-instrument van de Vlaamse regering is. De BAM is geen privéfirma die haar product 'chocolade' aanprijst, maar een overheidsorgaan gebonden aan de wetgeving over correcte, transparante en objectieve communicatie, zoals verankerd in de hierboven vermelde wetgeving.

Als burgers laken wij dan ook de onnauwkeurigheden in deze presentaties en de emotionele druk die in de BAM spots uitgeoefend wordt. Dit is geen objectieve communicatie, maar een duidelijke poging om de mening van Antwerpenaren te beïnvloeden en hen ertoe te bewegen ja te stemmen. Hierdoor komen de vrijheid en politieke rechten van de Antwerpse burger ernstig in het gedrang.

Wij eisen dan ook dat deze misleidende spots onmiddellijk verwijderd worden en vervangen door objectieve, neutrale communicatie en informatie over de Oosterweelverbinding en het alternatieve ARUP/SUM tunnel tracé.

Hoogachtend,

Dr. Bea Hanssen, doctor in de letteren, Antwerpen

Mede ondertekenaars:
Helena Bussers, ereconservator, Antwerpen
Tom Coupez, architect
Wilfried Delahaye, Antwerpen
Werner Govaerts, Antwerpen
Dr. Jan Lampo, historicus en auteur, Antwerpen
Luc van Moorhem, Antwerpen
Jef Nietvelt, advocaat, Kattendijk Tango, Antwerpen
Anne Provoost, auteur, Antwerpen
Prof. Matthias E. Storme, buitengewoon hoogleraar UA en KUL, advocaat.
Hubert van Lier, ere-voorzitter van de Vereniging van Vlaamse Letterkundigen, Antwerpen.
 
Locations of visitors to this page