vrijdag, december 28, 2018

Het net waarin men democratieën vangt


Reeds vele jaren stijgt in ons land zoals in vele anderen Europese landen het ongenoegen over de in bepaalde opzichten steeds verdergaande inperking van de bevoegdheid van de parlementaire democratie door uitspraken van internationale of nationale rechtscolleges. Enerzijds is het vanzelfsprekend noodzakelijk dat onafhankelijke rechters ook beslissingen van de overheid kunnen toetsen aan de wet en onwettige beslissingen nietig verklaren, en nuttig wanneer ze ook wetten kunnen terzijde schuiven die fundamentele vrijheden inperken. Een grondwet dient nu eenmaal juist ook om de bevoegdheid van de overheid om die vrijheden te beperken in te perken. Maar rechtscolleges zijn sinds enkele decennia ook steeds verder gegaan in het uitvinden van bijkomende mensenrechten die in grote mate niet die vrijheden beschermen, maar ze steeds meer ook zijn gaan inperken. Nu heeft de crisis rond het Migratiecompact van de VN bij velen ook doen inzien dat dat rechterlijk activisme vaak niet op zichzelf staat, maar deel uitmaakt van een heel netwerk aan activiteiten van internationale instellingen en niet-gouvernementele lobby's om overal ter wereld een governanceop te leggen, volkeren te onderwerpen aan een tansnationaal management dat zich van de mensenrechten bedient als een krachtig wapen om eenieder in de pas te doen lopen. 

Het gaat daarbij overigens helemaal niet alleen om migratie, maar ook om tal van andere elementen van een zogenaamd liberale ideologie (die met klassiek liberalisme weinig te maken heeft, behalve een zekere overlap waar het om vrijhandel gaat). Het netwerk is ook bijzonder actief inzake het promoten van allerlei bijzondere rechten van diverse zogenaamde minderheden, inzake het opleggen van een bevolkingspolitiek, systemen van opvoeding en familie, het opruimen van sociale en culturele excepties tegen veralgemeende vrijhandel  in goederen zowel als diensten, e.d.m. Een overkoepelend en steeds weerkerend thema daarbij is de strijd tegen discriminatie. 

Die machtsgreep geschiedt grotendeels sluipend en stap voor stap, en gebruikt hoofdzakelijk andere instrumenten dan die van de klassieke internationale samenwerking (door middel van verdragen) en gebruikt daarvoor de meest uiteenlopende benamingen, als resolutie, compact, verklaring, principes, modelwetten, richtlijnen, aanbevelingen, charter, framework, en diverse andere termen die het allemaal onschadelijk moeten doen lijken en maken dat de burger door de bomen het bos niet meer ziet. Het komt er immers op neer volkeren en staten te verbinden aan allerlei verplichtingen die niét bij verdrag zijn aangegaan of minstens veel verder worden uitgebreid dan ooit bij verdrag is toegezegd. Dit vereist internationale bureaucratie die allerlei vormen van visitatie en monitoring uitvoert, en de actieve medewerking van internationale en nationale rechtscolleges. Met verwijzing naar internationale 'standaarden' worden ideologische en politieke keuzes opgelegd waarover samenlevingen verdeeld zijn en die elke generatie dus opnieuw in alle vrijheid moet kunnen maken. Met name maatregelen waartegen bij de bevolking grote weerstand bestaat en die in een normale democratische procedure niet gehaald worden, worden aldus tersluiks doorgeduwd. Wanneer een land uitdrukkelijk geweigerd heeft een bepaald verdrag te ratificeren, of daarbij een belangrijke reserve heeft gemaakt (zoals België deed om de vrijheid van meningsuiting te blijven waarborgen tegen de inperkingen ervan door het verdrag inzake rassendiscriminatie), wordt die weigering aldus omzeild. Niet enkel de inhoudelijke regels die voorgesteld worden zijn daarbij gevaarlijk, minstens evenzeer het opzetten van allerlei procedures, instellingen en bureaucratieën die de greep naar de macht mogelijk maken. Allerlei resoluties en principes vereisen daarbij de oprichting van nationale instellingen zoals bv. mensenrechteninstituten (denk aan de "Principes van Parijs") of justitieraden die als Trojaanse paarden de macht van parlementen moeten inperken en de klassieke scheiding der machten ondergraven. 

Opvallend is ook het pseudowetenschappelijk karakter van deze ideologie: standaard slogans als “open method”, “benchmarking”, “monitoring”, “leerproces” doen alsof het hier om een wetenschappelijke vraag gaat, wat moet legitimeren dat er geen ruimte is voor politieke keuzes, dat volkeren niet meer hun eigen keuzes mogen maken en er integendeel 'objectieve' criteria gelden om te toetsen hoe volkeren zich moeten gedragen en moeten worden geregeerd. Dit is de negatie van de Verlichting en integendeel een sluipende soumission. De wereld wordt behandeld als een onderneming, waar iedereen verantwoording moet afleggen aan het management over de middelen en resultaten, en wie in de pas loopt promotie kan krijgen en wie stout is de roe. Het meest cynische is wellicht de transparantie die geëist wordt van de traditionele instellingen die hiertegen weerstand bieden. Die eis van transparantie moet de illusie van vrijheid ophouden, maar het gaat om geen andere transparantie dan die van een groot net waarin men gevangen en verstrikt zit, maar wel door de mazen heen kan kijken. Hopelijk beginnen onze medemensen en onze politici nu ook zoveel inzicht in deze mechanismen te krijgen dat ze er ook iets tegen doen en de idealen van democratie en volkssoevereiniteit nog kunnen redden.
 
Locations of visitors to this page