Uitgenodigd worden voor een debat op de RTBF is altijd interessant, toch voor zover men voldoende Frans spreekt om er zijn mannetje te staan. Het overkwam me vorige zondag (Mise au point 9 september). Niet dat ik ditmaal echt veel heb bijgeleerd; vooral zijn er een aantal donkere vermoedens van mijn kant over de mentalité van de Francobelgische politici bevestigd geworden, nog veel duidelijker dan ik tevoren dacht. Opnieuw is mij duidelijk geworden dat de kloof tussen Vlaanderen en Francobelgië inderdaad nog altijd zeer sterk samenhangt met een taalkwestie, zonder daartoe beperkt te blijven. Nog altijd gaat het om een totale weigering van de Franstaligen om te aanvaarden dat de publieke taal in Vlaanderen ééntalig Nederlands is. Nog altijd is er de overtuiging "Vlaanderen is ook van ons, want het is een deel van België". Het bekende citaat uit de Lettre au roi sur la séparation de la Wallonie et de la Flandre van Jules Destrée (1912) blijft nog steeds gelden: "Ils nous ont pris la Flandre, d'abord. Certes, c'était leur bien. Mais c'était aussi un peu le nôtre". Het is nog steeds de idee dat waar ook ter wereld er zelfs maar één Franstalige woont of gewoond heeft, dat land ten eeuwigen dage het Frans zou moeten erkennen. Het doet me heel sterk denken aan de Servische ideologie die in de voorbije decennia steeds heeft volgehouden dat waar ook er Serviërs wonen, het land daardoor Servisch is, of toch minstens ook van Servië (ter illustratie, bij de zeshonderdste verjaardag van de Slag op het Merelveld werd aldaar verklaard: ‘Kosovo is Servië en dit feit is niet afhankelijk van albanese geboortecijfers of servische sterftecijfers. Er ligt hier zoveel servisch bloed en er zijn zo veel servische heiligdommen dat het nog servisch land is als er niet één serviër meer woont’).
Zo blijven de francobelgen bij manier van spreken stellen dat Vlaanderen van hen is omdat Maeterlinck er begraven ligt en die in het Frans schreef. In het RTBF-debat kon Armand Dedecker het alvast niet laten weer te stellen dat Vlaanderen historisch toch ook Frans is. Net zoals islamisten beweren dat zowel Israël als Spanje nog steeds van hen zijn, omdat ze dat ooit bestuurd hebben.
Wat achter die houding echter steeds opnieuw schuilgaat is evenvoudigweg de weigering om een gelijke behandeling van het Nederlands en het Frans te aanvaarden. Vanuit een oogpunt van rechtvaardigheid is het territorialiteitsbeginsel niet het enig mogelijke beginsel. Telkens opnieuw moeten we de Francobelgen eraan herinneren dat het niet de Vlamingen zijn die ervoor gekozen hebben, maar de Walen die absoluut niet konden aanvaarden dat heel België en dus ook Wallonië tweetalig zou zijn. Maar nog steeds hebben ze niet aanvaard dat wat voor Wallonië moet gelden, ook voor Vlaanderen moet gelden, nl. dezelfde ééntaligheid. Steeds weer wordt dan het drogargument bovengehaald van de "rechten" van de Vlamingen in Brussel. Sommige Vlamingen lopen in een debat overigens nog steeds in die valkuil; maar de positie van Franstaligen in Vlaanderen kan enkel vergeleken worden met die van Nederlandstaligen in Wallonië. Het is enkel op die reciprociteit dat België kan (of althans kon) overleven.
Steeds weer blijkt de houding van asymmetrie in plaats van recprociteit die de bijl is aan de wortel van de Belgische boom. Die asymmetrie houdt in dat in gebieden waar het Frans de meerderheid is het territorialiteitsbeginsel geldt, in gebieden waar het in de minderheid is de zogenaamde "rechten van Franstaligen". In het ene gebied het recht van Franstaligen om enkel Frans te begrijpen, aan de andere kant het recht om de anderen te verplichten Frans te begrijpen en te hanteren.
Zolang aan die asymmetrie geen einde komt, zal er geen normale verstandhouding kommen tussen deze beide buurvolkeren. Ceterum censeo dat dit eerst een scheiding vereist opdat er nadien op basis van vrijwilligheid en reciprociteit met elkaar zou kunnen worden samengewerkt.
PS. 1. Mijn opmerking over de Servische ideologie betekent niet dat de Serviërs over de hele lijn ongelijk hadden. Anders dan de Fransen en Francobelgen hebben zij in de loop der eeuwen immers heel wat grondgebied verloren. Bovendien hebben zij vaak in de strijd met de Turken de kastanjes uit het vuur gehaald voor Europa ...
2. De essentie van mijn stelling over de houding van de Franstaligen is ook te vinden in een bijdrage van maarten van ginderachter in de Standaard van 19 september onder de titel "Het Belgische dovemansgesprek".
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten