Het is geen crisis in Europa, het is diepe crisis. Zo stelde de Luxemburgse eerste minister Juncker na de mislukte Eu "top" in juni 2005. En die crisis zou het gevolg zijn van het feit dat alvast 2 van de 3 lidstatelijke bevolkingen die hun oordeel mochten geven over de zogenaamde Europese Grondwet deze hebben afgewezen. De enige 2 trouwens die zich in meerderheid hebben uitgesproken (in Spanje lag de opkomst onder de helft); in de 10 landen die tot nu toe ja hebben gezegd, ligt de democratische legitimiteit van die beslissing dus alvast een stuk lager (in die zin is 2-0 alvast correcter dan de 10-2 die onze media ons voorhouden, soms met bijna de oproep écrasez l'infâme erbij, zoals in de commentaar van Van Haver & Lannoo in de Tijd).
Wat echter het meest verbazend zou moeten zijn, is dat deze begrafenis van de zogenaamde grondwet, die juridisch gewoon het status quo inhoudt voor de nu reeds bestaande Europa, en geen terugschroeven is, zo'n crisis kan veroorzaken. Het lijkt wel alsof de EU een slokopmonster is dat noodzakelijkerwijze steeds groter moet worden en steeds meer macht moet centraliseren om in leven te blijven. Dat is althans wat onze Europese leiders er blijkbaar van hebben gemaakt. In die zin lijkt het leiderschap op Europees vlak verdacht veel op het leiderschap over België van premier Verhofstadt, niet toevallig diegene die aan de oorsprong ligt van de dwaze idee om de Eu een grondwet te geven (idee doorgedrukt in de Verklaring van Laken).
Het is niet door voor Europa steeds grotere en radicalere projecten te verzinnen dat men uit de crisis zal geraken. De oorzaak van die crisis is immers juist dat men Europa ziet als een project, iets dat nieuw moet worden ontworpen, dat moet worden geconstrueerd door middel van een deconstructie van de naties en de Europese geschiedenis. De oorzaak van die crisis is dat die (de)constructionisten daarmee Europa afsnijden en willen afsnijden van zijn wortels. De beslissing om met Turkije over lidmaatschap te onderhandelen is daar een voorbeeld van. Maar het is niet het enige waarin dat Europese project een brug te ver is. De basisbeginselen van de Europese grondwet getuigen van een negationisme ten aanzien van de historische grondslagen van Europa, als het Romeins recht, het christendom, de soevereiniteit van kerk evengoed als staat, de fundamentele vrijheden.
Constructionisme betekent immers vervangen van de stapsgewijze verbetering van het door de eeuwen heen gegroeide recht door een systeem waarbij enkele absolute principes, ontsproten aan de geesten van een verlichte elite, daarop voorrang hebben. Onder die principes worden weliswaar ook fundamentele vrijheden opgesomd, maar eigenlijk worden die vrijheden juist ingeperkt door ze ondergeschikt te maken aan het dogma van de non-discriminatie. Het respect voor de scheiding van kerk en staat, en daarmee van recht en moraal, wordt terzijde geschoven, zoals de zaak-Buttiglione heeft aangetoond. En het negationisme ten aanzien van het christendom is in de grondwet totaal.
Zijn de redenen voor de afwijzing van Europa overal dezelfde ? Natuurlijk niet. Maar dat op zichzelf geeft natuurlijk wel een richting aan. Want de enige democratische wijze om daarmee om te gaan is juist het subsidiariteitsbeginsel: meer overlaten aan de naties van Europa, en hen stimuleren tot samenwerking rond concrete dossiers. Laat vele van de grote principes maar buiten ons raam in de regen staan. Zij worden immers maar al te vaak gebruikt om stoemelings de volkeren voor voldongen feiten te plaatsen. Natuurlijk gebeurt dat ook op Belgisch en zelfs op Vlaams niveau. Maar daar kunnen we dan misschien toch nog iets aan doen. Daar is er in beginsel ook nog een alternatief. En dat is de essentie van de democratie. Ja, het is ook de essentiële betekenis van de neen-stem in de referenda: een breuk met de TINA-gedachte, de stelling dat "there is no alternative". Want het blijft merkwaardig: hoe een rotsblok een kaartenhuisje blijkt te zijn wanneer er eens iemand neen durft te zeggen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten