In het in november royaal voorgestelde “rapport van de Rondetafels van de Interculturaliteit” (1) (de naam alleen al is een aanslag op de Nederlandse taal) wordt iedereen opgeroepen om in alle mogelijke situaties van het maatschappelijk leven “redelijke aanpassingen” toe te staan aan “nieuwe minderheidsculturen”, met name om tegemoet te komen aan religieuze overtuigingen en praktijken van een deel van hun leden. De onaangepastheid van die overtuigingen en praktijken aan de gebruiken van het samenleven alhier moet dus beloond worden met een aanpassing door de “meerderheid”. Het meest gestraft hierdoor worden evenwel de nieuwe Vlamingen die zich wel wensen te integreren, die daardoor telkens opnieuw geassocieerd worden met die leden van hun zogenaamde gemeenschap die dat niet willen.
Het beginsel van gelijke rechten voor iedereen wordt zo steeds meer vervangen door de toekenning van speciale rechten, waarvan de omvang blijkbaar recht evenredig moet zijn aan de mate waarin men weigert verantwoordelijkheid te nemen. Dat wordt dan verdoezeld door middel van een discours van rechten en plichten. Van speciale plichten die de keerzijde zijn van die speciale rechten is in de aanbevelingen alvast niet veel te merken. Nog kenmerkender is het geheel ontbreken in deze “linkse kerk” (wat precies aantoont waarom het een linkse kerk is*) van een cultuur van vrijheid-in-verantwoordelijkheid. Immers, tot op zekere hoogte moeten we iedereen de vrijheid gunnen om onaangepast te blijven, maar dan wel op eigen verantwoordelijkheid.
De historisch gegroeide publieke cultuur in Vlaanderen is helemaal niet zo eigenzinnig (getuige het feit dat dezelfde linkse kerk stelselmatig een Vlaamse identiteit ontkent) dat nieuwkomers die zich niet op relatief korte tijd eigen kunnen maken. Ware het niet dat dezelfde kerk de vrijheden steeds meer versmacht door discriminatieverboden, de vrijheden van vereniging, meningsuiting, godsdienst en onderwijs zouden wel meer dan voldoende ruimte geven voor diversiteit. Als die vrijheden correct worden geïnterpreteerd, komen ze overigens niet met elkaar in conflict – terwijl een eis tot “respect” voor “nieuwe” meningen en praktijken enkel maar voorrang geeft aan de minst verdraagzame. Blijkbaar zijn de agitatoren die zich onverkozen als vertegenwoordigers van de nieuwe minderheden rond de tafel der milquetisering hebben geschaard, niet in die vrijheid-in-verantwoordelijkheid geïnteresseerd, maar in het beknotten van de vrijheden van de autochtonen en meer nog die van de dochters en zonen uit hun groep die wel willen integreren. Een heel ander geluid horen we gelukkig bij een reeks nieuw verkozen échte volksvertegenwoordigers van allochtone afkomst, die zich voluit voor de Vlaamse gemeenschap engageren in plaats van rapporten te schrijven waarin precies die Vlaamse gemeenschap het grote taboe blijkt te zijn.
* Voor wie de voorbije jaren gedacht heeft dat de uitdrukking linkse kerk misschien wat achterhaald aan het worden was: het voorstel om Paasmaandag, Pinkstermaandag en Allerheiligen als officiële feestdagen te vervangen door de Internationale Vrouwendag, de Internationale Dag tegen Racisme en de Werelddag van de Culturele Diversiteit toont als geen ander hoe treffend de uitdrukking wel is.
(1) Te vinden op http://www.interculturalite.be/IMG/pdf/INTERCULT_2010-Nl.pdf
(Deze column verscheen zonder de voetnoot in Doorbraak januari 2011, p. 15)
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten