De drie beste boeken over het conservatisme volgens Matthias Storme
Interview afgenomen door Jelle Dehaen voor Knack en licht ingekort verschenen op Knack online op 12 juli 2019: https://www.knack.be/nieuws/boeken/de-drie-beste-boeken-over-het-conservatisme-volgens-matthias-storme/article-longread-1486205.html
Hoewel Storme al jaren een van de belangrijkste conservatieve stemmen in Vlaanderen is, vond hij het niet eenvoudig om zijn drie favoriete boeken te kiezen. Maar dat ligt aan het conservatisme zelf.
Matthias Storme: Er is geen canon die het ware wezen van het conservatisme vormt. Meer nog, zo'n lijst van boeken zou strijdig zijn met de aard van conservatisme. Het is immers geen ideologie, geen catalogus van abstracte waarden. Wel hecht het conservatisme veel belang aan het concrete: omdat elke tijd met nieuwe problemen worstelt die andere oplossingen vereisen, kan het conservatisme vandaag niet hetzelfde zijn als vijftig jaar geleden.
Tegelijkertijd, en dat is paradoxaal, zoekt het conservatisme naar algemeen menselijke kenmerken die altijd en overal belangrijk zijn. Alle conservatieven delen bepaalde inzichten, zoals de waardering voor het bestaande. In die zin lijkt een conservatief boek vandaag op eentje van tweeduizend jaar geleden.
Het eerste boek is Ondankbaarheid van de Franse filosoof Alain Finkielkraut. Hij is bijzonder omstreden bij onze zuiderburen.
Storme: Aanvankelijk was Finkielkraut nochtans populair bij het commentariaat. In zijn eerste boek had hij het over klassieke thema's zoals het antisemitisme en het ontstaan van totalitaire regimes. De eerste schok kwam toen hij op de VUB werd uitgenodigd voor een congres over de bange, blanke man. Eigenlijk was het een congres over open grenzen, maar Finkielkraut hield een lezing met als titel: 'Eloge des frontières” (Lof der grenzen). Daarin zei hij dat de Tweede Wereldoorlog niet werd veroorzaakt door te veel grenzen, maar door een gebrek aan respect voor morele en territoriale grenzen. Sindsdien is hij toch wat persona non grata geworden. (lacht)
Waarom is Ondankbaarheidbelangrijk?
Storme:Finkelkraut heeft het over hybris. De hoogmoed om het verleden als een rijk van het kwade te zien. Mensen die dat doen, doen niet aan historiografie, maar aan pathologie. Er is een belangrijke stroming die met hun absolute waarden naar onze voorouders kijkt en hen als racistische en sekstische barbaren bestempelt. Maar door dat anti-racistische discours kun je andere culturen en tijden niet meer begrijpen. Finkelkraut bestrijdt die vorm van hoogmoed, en noemt dat een tolerantie die enkel zichzelf tolereert.
Waarom zouden anti-racisten andere culturen niet kunnen begrijpen?
Storme:Omdat ze zelfs niet de moeite doen om vorige generaties te begrijpen. Ze bekijken alles in morele zwart-wit termen. Maar als je dat doet, kun je de hele wereldliteratuur in de vuilnisbak kieperen. Al die auteurs deden immers dingen die normaal waren in hun tijd, maar die we nu niet meer zouden tolereren. Maar je moet een werk kunnen loskoppelen van zijn auteur, ook al bevalt zijn levenswandel je niet.
Het boek heetOndankbaarheid. Voor wat zijn we ondankbaar?
Storme: Voor alles wat we geërfd hebben van vorige generaties zonder dat we daarvoor gewerkt hebben. Dankbaarheid is een centrale deugd voor conservatieven. Daarmee gaan ze lijnrecht in tegen het moderne individualisme, dat doet alsof alles wat we hebben onze eigen verdienste is. Bovendien houdt dankbaarheid ook verplichtingen in, tegenover hen die ons iets geschonken hebben, maar ook tegenover volgende generaties. Zo moeten we de democratie niet enkel voor onszelf bewaren, maar ook voor wie na ons komt.
Waar zijn we niet meer dankbaar voor, waar we toch dankbaar voor zouden moeten zijn?
Storme: In de eerste plaats het leven zelf. De eerste rol die we moeten spelen is die van goed kind, goede echtgenoot en ouder.
Het klassieke conservatieve beeld is dat wij dwergen zijn op de schouders van reuzen. De mensheid heeft vooruitgang geboekt, maar dat hebben we slechts voor een klein deeltje aan onszelf te danken. Het grootste werk is door vorige generaties gedaan.
U zei al dat hedendaagse conservatieve boeken gestoeld zijn op dezelfde fundamentele inzichten als tweeduizend jaar geleden. Hebt u daarom als tweede boek gekozen voor de Ethica Nicomachea van de Griekse filosoof Aristoteles, die stierf in 332 v.Chr.?
Storme: Ik dacht zover mogelijk terug te gaan, naar een van de belangrijkste boeken van onze cultuur. Vandaag hebben wij het altijd over waarden. Maar waarden zijn zo abstract dat je er alles en niets mee kan bewijzen. Aristoteles blijft interessant, omdat hij een deugdenethiek verkondigt. Deugden zijn persoonlijke eigenschappen die je in staat stellen om het goede te doen. Ze zijn een soort van stuurmanskunst, het afwegen van wat je moet doen om een goed leven te leiden. Wie deugdzaam wil zijn, moet altijd een smal pad bewandelen tussen twee ondeugden. Zo houdt de moed het midden tussen de lafheid en de roekeloosheid. Of de tolerantie tussen de intolerantie en het opleggen van permissiviteit.
Volgens Aristoteles vereisen deugden karakter en inzicht. Kun je zonder een goede opvoeding deugdzaam zijn?
Storme:Het helpt als je goed opgevoed bent (lacht). Maar het is niet genoeg. Er zijn twee extreme mensopvattingen. Enerzijds heb je de Franse verlichtingsfilosoof Jean-Jacques Rousseau die geloofde dat de mens inherent goed is, maar dat de samenleving hem corrumpeert. Anderzijds zijn er pessimisten die geloven dat de mens door en door slecht is en enkel door discipline van de samenleving op het rechte pad kan gehouden worden.
Maar in het conservatisme is de mens ni ange, ni bête. De mens is geen engel, maar ook geen beest. Ik heb Aristoteles gekozen omdat hij die twee strekkingen verenigt: hij toont aan dat instituten belangrijk zijn voor het menselijk gedrag, maar ook dat de individuele moraal belangrijk is.
Met instituten bedoelt u de politiek?
Storme: Het gaat om veel meer. Er zijn allerlei niet-politieke instituten zoals het gezin en de familie die de deugd bevorderen.
Vertrouwen wij te veel op de politiek als de bron van alle oplossingen?
Storme: Absoluut. Wij zoeken ook voor alles een juridische oplossing. Maar eigenlijk moet het recht een kader bieden, waarin niet-juridische oplossingen het grootste deel van de problemen kunnen oplossen.
We sluiten af met Ressurrecting the Idea of a Christian Society van de Amerikaanse theoloog Russell Ronald Reno. Hij pleit voor een reveil van het christendom om de Amerikaanse cultuur nieuw leven in te blazen.
Storme: Dit boek toont hoe het conservatisme vandaag levenskrachtig kan zijn. Ressurrecting the Idea of a Christian Society gaat over Amerika, maar veel is toepasbaar in West-Europa. Meer nog, het gaat over dingen die altijd en overal belangrijk zijn voor het algemeen goed, zoals solidariteit en de armen helpen. Daarnaast heeft Reno oog voor het hogere, zowel op spiritueel als op cultureel vlak.
Volgens Reno is het een van onze belangrijkste plichten om de zwakkeren te beschermen. Maar dat doe je niet met een individualistische moraal die alle oude belemmeringen wil afschaffen. Sommigen denken dat alle bestaande regels en wetten mensen beperken, maar het tegendeel is waar.
Het conservatisme wordt vaak vereenzelvigd met een hyperliberalisme in de stijl van de Amerikaanse president Ronald Reagan of de Britse premier Margaret Tatcher. Vandaag zien we de terugkeer van een ander rechts, dat oog heeft voor sociale bekommernissen.
Storme:Het conservatisme past zich aan de noden van de tijd aan en biedt een tegengewicht voor wat misloopt. Soms zal de staat te groot zijn en soms de vrije markt. Het conservatisme vindt dat de staat én de markt nuttig zijn, maar wantrouwt hen allebei. De vrije markt is een bijzonder nuttig instrument, maar enkel zolang hij binnen zijn grenzen blijft. Als er echter allerlei dingen vermarkt worden die niet te koop zouden mogen zijn, is dat een probleem.
Wil Reno ons allemaal bekeren of pleit hij voor een meer algemeen spiritueel reveil?
Storme:Zijn boek is een poging om een aantal fundamentele culturele kenmerken van het christendom in ere te herstellen, zoals vrijheid in verantwoordelijkheid, bescherming van de “little platoons” (zoals Burke zei) zoals het gezin of de vereniging waarin solidariteit wordt beoefend, verwerping van zgn. nonjudgmentalism (“gij zult niet oordelen”). Maar zonder ook een spirituele component kan dat zuiver culturele christendom niet bestaan.
Is de Islam daarbij een bondgenoot?
Storme: De islam kan een bondgenoot zijn, maar is vaak een probleem. Vooral op wereldvlak is de interactie met de islam interessant, want zo kunnen we een beter begrip voor andere beschavingen krijgen. En ook in onze samenleving kan de omgang met de islam ons begrip voor spiritualiteit vergroten.
Toch ben ik sceptisch over de rol van de islam in onze eigen samenleving. In het DNA van de islam zitten bepaalde kenmerken die zo hard afwijken van onze christelijke cultuur dat het moeilijk wordt om hem te integreren. Denk bv. aan de onmogelijkheid van godsdienstvrijheid en geloofsafval, de onaantastbare positie van de tekst van de Koran en de hadith, de onmogelijkheid van een andere legitiem politiek gezag dan de islam, of de tribale opvattingen over het huwelijk (met alle gevolgen voor endogamie en de positie van de vrouw).
PS Pas bij het herlezen merkte ik dat ik onbewust een Griek, een Jood en een roomse Christen heb gekozen: Athene, Jeruzalem, Rome ! Dat kan geen louter toeval zijn ;)