Veel poeha vorige week over een vonnis van de burgerlijke rechtbank in Rijsel van 1 april 2008 (1): die had op verzoek van een echtgenoot zijn huwelijk nietig verklaarde wegens dwaling of bedrog "omtrent een wezenlijke eigenschap" omdat zijn vrouw bij het huwelijk verzwegen had dat ze geen maagd meer was. Een islamitische echtgenoot, ja, maar dit is juridisch irrelevant. Nadat dit vonnis publiek werd door publicatie in de Recueil Dalloz van 22 mei 2008 (2) verontwaardigde reacties alom ...
Bij wijze van voorbeeld de reactie van Elisabeth Badinter:
"Je suis ulcérée par la décision du tribunal d’accepter de juger ça parce que la sexualité des femmes est une affaire privée et libre en France, absolument libre (…)".
Vandaag verscheen er in Le Monde een artikel dat de zaken toch een beetje in het juiste perspectief zet en duidelijk maakt dat de uitroep van Badinter nonsens is: Anne Chemin, "Les paradoxes du jugement de Lille" (3).
Anne Chemin wijst er zeer terecht op dat dit vonnis volledig past in de liberale logica die het huwelijk uitsluitend in termen van (volgehouden) vrije keuze van de partners ziet. De nietigverklaring was gebaseerd op art. 180 burgerlijk wetboek: ""S'il y a eu erreur dans la personne ou sur les qualités essentielles de la personne, l'autre époux peut demander la nullité du mariage". Dit artikel werd in 1975 ingevoerd samen met het recht op echtscheiding door ondelringe toestemming. Beide bepalingen zijn duidelijk geïnspireerd door de tendens tot liberalisering van huwelijk en echtscheiding, die het huwelijk meer en meer als een gewoon contract ziet. Wel, als het een contract is, dan is dat contract nietig in geval van bedrog of verschoonbare dwaling van één der partijen betreffende elk element dat door die partij bij weten van de tegenpartij subjectief als wezenlijk werd beschouwd.
In de negentiende eeuw werd het huwelijk nog niet als een gewoon contract beschouwd maar als een essentiële instelling van de samenleving; dan gold de regel "en mariage, trompe qui peut", wat wil zeggen (ja, dames en heren, enkel wil zeggen) dat verzwijging bij het aangaan van het huwelijk geen grond tot nietigheid was.
In casu heeft de rechtbank vastgesteld dat beide partijen het erover eens waren dat dit element voor één der contractspartijen subjectief wezenlijk was en dat het verzwegen was; in de "moderne" opvatting van het huwelijk past dit vonnis dus perfect.
Wanneer de socialistische mw. Badinter dan uitroept dat dit in strijd is met de idee dat "la sexualité des femmes est une affaire privée et libre en France" (ook van les hommes, neem ik aan), dan Boer pas op uw Ganzen. Want eigenlijk zegt mevrouw Badinter dat de staat moet beslissen dat bepaalde motieven bij het sluiten van een huwelijk géén rol meer zouden mogen spelen. Eigenlijk zegt mevrouw Badinter dat een bruidegom de bruiloft niet zou mogen weigeren omwille van het sexuele verleden van de bruid, want dat is een zogezegde privézaak. Door de staat te laten beslissen dat dit een privézaak is, wordt het private karakter echter juist geperverteerd. Eigenlijk zegt mevrouw Badinter dat het hoger belang van de linkse ideologie inzake sexualiteit meebrengt dat partners het recht hebben elkaar te bedriegen (en bedriegen betekent natuurlijk zonder het akkoord van de andere partij, anders is het geen bedrog).
Ook anderen roepen vandaag in naam van de strijd tegen 'archaïsche opvattingen" dat de wet zou moeten verbieden dat het sexuele verleden van de partner nog door de andere partner als een wezenlijke eigenschap zou mogen worden beschouwd. Kortom, de staat zal voor U wel beslissen met welke kenmerken U bij de keuze van uw partner nog rekening mag houden en met welke niet.
Wanneer ik enkele jaren gelden al schreef dat de hele ideologie van de antidiscriminatie er op een dag toe zal leiden dat men niet meer mag discrimineren bij de keuze van een levenspartner (http://www.doorbraak.org/doorbraak/pdf/0202.pdf), werd ik uitgescholden voor een fantast. Wel, aan de reacties op het Rijselse vonnis te lezen, zijn we er wel akelig dichtbij aan het komen.
(1) te lezen op http://blog.dalloz.fr/blogdalloz/files/Lille.pdf)
(2) (D. 2008. Jur. 1389, note P. Labbée; en "edito" van F. Rome, La mariée avait un vice caché..., ibid. 1465; zelfs een blogitem bij Dalloz op http://blog.dalloz.fr/blogdalloz/2008/06/le-mariage-et-l.html)
(3)(http://www.lemonde.fr/opinions/article/2008/06/05/les-paradoxes-du-jugement-de-lille-par-anne-chemin_1054114_3232.html)
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
5 opmerkingen:
Mooi stuk, Matthias. Volkomen correct ook. Begint er meer en meer op te lijken dat de "liberals" misbruik maken van de strijd tegen de islam om álles kapot te maken dat nog niet past in hun straatje.
Mooi inderdaad. Rechtlijnig ook, zoals we dat van u gewoon zijn. Voor mij de juiste benadering. Alleen, of het voor de man in kwestie een privézaak is, een ware subjectieve wezenlijke eigenschap, daaraan durf ik twijfelen. En dan vraag ik mij af: als niet onze staat zich mag inmengen (wat ik inderdaad niet wens), zal dan niet een ander gezag geleidelijk aan in de plaats treden? Kunnen wij onze liberale principes zonder meer blijven toepassen in confrontatie met andere culturen of brengen wij het voortbestaan van die principes juist daardoor in gevaar? In elk geval dank voor uw licht op de zaak. Verwonderlijk dat zo weinig juristen daar (openlijk) mee bezig zijn. Lotte Vanfraechem
Ben het eens met de observaties omtrent de liberalisering van het huwelijk en de redenering lijkt in eerste instantie te overtuigen. Deze aanpak opent overigens ook de weg naar een al even contractueel verweer. Het maagdenvlies kan immers ook breken o.w.v. vele andere redenen, zodat op die basis alleen nooit kan worden bewezen dat de echtgenote geen maagd meer is. Vordering afgewezen.
Ik kan mij echter niet ontdoen van een wrange nasmaak bij het formuleren van dergelijke argumenten en de hypocrisie die ermee gepaard gaat. Dit concrete geval toont m.i. bijgevolg aan dat het er in essentie toch over gaat of je in een samenleving wil aanvaarden dat er op basis van liberale principes bevolkingsgroepen in uw midden praktijken op nahouden die wel degelijk neerkomen op een erg paternalistische en zonder meer onderdrukkende houding t.o.v. de vrouw. Het is immers een illusie dat de vrouw zich in een volledig ideale contractsvrijheid bevindt. Zij staat immers "midden de mensen" t.t.z. tussen haar gezin, familie, sociale kring. Een rechtlijnig principe kan in die zin inderdaad ook leiden tot praktijken die in realiteit maatschappelijk manifest een stap achteruit betekenen.
Misschien is het huwelijk toch niet het beste instituut om zomaar rechtlijnig het consensualisme op toe te passen en gaat dit wat teveel uit van de juridische fictie van contractsvrijheid.
Stel dat het om een katholiek of christelijk/westers koppel zou gaan, zou de rechter ook zo geoordeeld hebben? (m.a.w., ik ben er niet zo zeker van dat het feit dat het om een islamitisch koppel gaan zò "irrelevant" is...). Ik mag hopen van wel...
Waar ik wèl zeker van ben zijn de reacties van Mevr. Badinter & Co: die zouden (in het geval van westers/katholiek koppel) nog luider klinken en 't kot zou zeker te klein zijn...
Voor de rest ben ik wel akkoord èn met het vonnis, dat een logisch gevolg is van het huwelijk-als-contract èn met uw conclusies over de logische uitmonding van het "pseudo-progressief" denken in een brave new world nachtmerrie.
Alleen één vraag: stond in het huwelijkscontract expliciet dat de bruid maagd moest zij? Zoniet dan een tweede vraag: zou diezelfde rechter dezelfde uitspraak gedaan hebben indien beide betrokkenen een christelijke achtergrond hadden? De hilariteit had dan waarschijnlijk niet opgekund.
Een reactie posten