In George
Orwell's bekende boek "1984" wordt de hoofdrol gespeeld door Winston
Smith, die werkt voor het Minister van Waarheid (MiniTrue). Zijn belangrijkste
taak bestaat erin, historische kranten te herschrijven om de inhoud ervan
conform te maken aan de hedendaagse partijlijn van de Party geleid door Big
Brother. Hij vernietigt de oude kranten en vervangt ze door nieuwe, dus
vervalste, "oude" kranten. Op die wijze worden de burgers beroofd van
hun geschiedenis, en kunnen historische "onpersonen" uit de geschiedenis
gewist worden. Zoals de Amerikaanse jurist Charles G. Mills onlangs schreef,
zou Winston Smith de oude kranten vandaag zelfs niet meer moeten vernietigen om
ze te vervalsen. Steeds meer periodieke publicaties verschijnen niet meer op
papier. De webversie kan constant vervalst worden, omzeggens zonder sporen na
te laten. Auteurs kunnen onder druk gezet worden om een gepubliceerde tekst aan
te passen zonder dat de lezer de oorspronkelijke versie nog kan terugvinden. De
Belgische inquisitie genaamd CGKR heeft dit al meermaals gedaan. Klassieke
werken die naar de normen van sommigen vandaag incorrect zijn, zoals de
verhalen van Pippi Langkous, Tom Sawyer, de werken van Shakespeare, of
omzeggens elk belangrijk werk uit de literatuurgeschiedenis, kunnen aangepast
worden "ad usum delphini"
zonder dat de jongeren dit ooit te weten komen. Daardoor worden niet enkel
individuele teksten vervalst, maar ons collectief geheugen als beschaving.
Meer nog,
het ongewijzigd behouden van teksten is een van de grondpijlers van de Westerse
beschaving. De Franse wijsgeer en historicus Rémi Brague(1) heeft dat pregnant
beschreven in zijn essay voor de
honderdste verjaardag van H.G. Gadamer, met als titel (vertaald uit het
Duits) “Inclusie en vertering – twee modellen van culturele toeëigening”(1),
waarin hij aantoont hoe belangrijk het geweest is dat historische teksten
(literaire, religieuze, juridische, e.d.m.) ongewijzigd werden doorgegeven
zodat ze door elke generatie opnieuw konden worden gelezen, geciteerd,
geïnterpreteerd en becommentarieerd. Tegenover dit model van inclusie plaatst
hij het model van digestie, waarbij de oorspronkelijke tekst verteerd wordt,
eruit gehaald wordt wat men nuttig acht om de rest weg te werpen (zo bv. de
omgang met de bronnen uit de oudheid door de islamitische wetenschappers in de
Middeleeuwen). Door die werkwijze gaat het origineel verloren en er is ook geen
“renaissance” door herlezing van de bronnen meer mogelijk.
Beste
lezer, dit is de laatste column die U van mij nog gedrukt kan lezen in het tijdschrift Doorbraak. De online archieven van dit tijdschrift zijn eerder al met één
muisknop uitgeveegd en verdwenen. Misschien moet u het nummer van november 2013 met deze column toch maar bewaren
als aandenken aan tijden toen het geschrevene nog een zekere permanentie had en
niet aan de grillen van de webmeester was overgeleverd.
(1) Zie mijn laudatio Rémi Brague op http://vlaamseconservatieven.blogspot.be/2009/02/laudatio-remi-brague.html.
(2) “Inklusion und Verdauung. Zwei Modelle kultureller Aneignung”, in Hermeneutische Wege, Hans-Georg Gadamer zum Hunderdsten, Mohr Tübingen 2000, 295 v., in het Frans verschenen als “Inclusion et digestion. Deux modèles d’appropriation culturelle”, overgenomen in de bundel Au moyen du moyen âge. Philosophies médiévales en chrétienté, judaïsme et islam, coll. Champs essais, Ed. de la transparence, Chatou 2006, 263 v.
(column in Doorbraak november 2013)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten