(Rede van gemeenteraadslid Matthias Storme op de gemeenteraad van 26 november 2013, ook te herbeluisteren op http://gent.raadsinformatie.be/vergadering/118605/Gemeenteraad+26-11-2013)
Voorzitter, dames en
heren schepenen, en op de eerste plaats schepen Balthazar, ik zou graag willen
beginnen om het probleem te schetsen met een citaat uit een nota van enkele
jaren geleden, die wijst op de demografische en sociologische veranderingen in
onze samenleving.
“Sinds de jaren 60
afgenomen huwelijksfrequentie, toegenomen echtscheidingen, kleiner
geboortecijfer, toegenomen leeftijdsverwachting, enzovoort, hebben voor een
grotere verscheidenheid aan gezinssamenstellingen gezorgd. De gezinsverdunning
leidt ertoe dat er momenteel meer huishoudens zijn van alleenstaanden dan
familiekernen met een ouderpaar.”
“In Gent denk ik zijn
de cijfers 45 % alleenstaanden. Als u dat omrekent naar het aantal
woongelegenheden betekent dat: ongeveer 60 % van de woongelegenheden zijn
eigenlijk geen gezinswoningen meer, maar woningen van alleenstaanden. Het
verminderen”, ik citeer verder, “van de openbare ontmoetingsruimte, daardoor is
het sociale weefsel van buurten erg verzwakt.”
“Het huizenbestand is
niet afgestemd op de vraag naar kleinere woningen, met als gevolg stijgende
huur- en koopprijzen.”
“Samenhuizen is één
van de nieuwe woonvormen die aan populariteit wint. Friends-wonen komen meer en
meer voor in de studentensteden. Jonge mensen voelen zich ertoe aangetrokken om
sociale en financiële redenen. Ook veel alleenstaande ouders voelen zich om
dezelfde redenen aangetrokken tot een woongroep, die hen mogelijk ook wat meer
structuur en opvangmogelijkheden biedt.”
“Groepswonen geeft ouderen
de mogelijkheid om langer zelfstandig te blijven wonen zonder externe hulp. Ook
de belangstelling voor kangoeroewonen en duplexwonen neemt toe. Er zijn ook
initiatieven, niet alleen in de huur- maar ook in de koopsector.”
“Mensen kiezen voor
een langdurige combinatie van privacy en collectiviteit. Dus niet twee
woningen, niet één woning maar de combinatie van beide. Voor veel groepen
spelen naast sociale en economische redenen ook ecologische motieven een rol.
Ik wil het dan nog niet hebben over de situatie van eventueel personen met een
handicap of andere bijzondere zorgbehoeften.”
“Dan stellen wij vast
dat onze regelgeving daar eigenlijk totaal minder en minder voor geschikt is,
dat in de wetgeving en in de wijze waarop die wordt toegepast, er allerlei
knelpunten zijn om deze nieuwe woonvormen mogelijk te maken. Nochtans”, ik
citeer verder, “kan dit bijdragen tot een heel aantal doelstellingen die onze
overheden zich stellen: betaalbaar wonen, participatie van bewoners, meer
duurzame woningen, wooninbreiding, levenslang wonen, het realiseren van een
sociale mix.”
Eerste document van de
vzw Samenhuizen, 2007.
Tweede document.
Resolutie van het Vlaams parlement 2009.
Ik heb het niet
gecheckt, maar aan de indieners te zien, moeten ongeveer alle partijen dat
goedgekeurd hebben. Die resolutie vraagt, gelet op de meerwaarde van
gemeenschappelijk wonen, zowel voor individuele deelnemers als voor de
maatschappij en het feit dat er tal van hindernissen op financieel, juridisch,
administratief vlak dit in de weg staan, de Vlaamse regering om een volwaardige
plaats te geven aan het concept gemeenschappelijk wonen in het Vlaamse
woonbeleid, om een onderzoek te verrichten naar de knelpunten voor
gemeenschappelijk wonen, om maatregelen te nemen om deze knelpunten op te
lossen en projecten van gemeenschappelijk wonen te bevorderen en te
ondersteunen.
Derde document. Het
charter, ondertekend, voor zover ik weet, namens de Stad Gent door schepen
Balthazar. Charter, ondertekend, Samenhuizen 2 mei 2012, met de belofte het
gemeenschappelijk wonen te ondersteunen en het gemeenschappelijk wonen te
promoten.
Dat is de context, dat
zijn de documenten en dat zijn de beloften.
Wat is de realiteit in
deze stad en in het beleid van deze stad? De realiteit is dat minstens ten
aanzien van studenten - ik dacht dat dat ook mensen waren, die dezelfde rechten
en plichten hebben als andere mensen die verblijven in deze stad Gent - er een
beleid gevoerd wordt dat door de studenten zelf omschreven wordt als een
“heksenjacht op samenwonende studenten”. Ik citeer uit het studentenblad Schamper.
Dat beleid is de
voortzetting en de verergering van een totaal verkeerd beleid inzake
studentenhuisvesting, dat al jaren eerder is ingezet, met name sinds 2004,
misschien reeds eerder, en waarvan ik dadelijk ook enkele gevolgen zal
schetsen. Waaruit blijkt het beleid dat de Stad op dit ogenblik voert, en waar
wij het helemaal niet mee eens zijn?
Het blijkt op de
eerste plaats uit het gedetailleerde en zeer gedegen geschreven antwoord van
schepen Balthazar op de schriftelijke vraag van onze fractieleider mevrouw De
Clercq, schriftelijke vraag 296 over het samenwonen van studenten. Het blijkt
uit de persmededelingen die de Stad in dit verband heeft uitgestuurd de
voorbije maanden, en het blijkt vooral uit de houding op het terrein waarvan ik
nog wat voorbeelden zal geven.
Vooraleer even te
herinneren aan het juridisch kader en aan te tonen waar dit beleid fout is, wil
ik eerst even duidelijk stellen waar ik het niet over heb. Wat ik hier niet ter
discussie stel, hoewel een aantal elementen daarvan misschien ook ter discussie
zouden mogen gesteld worden in een ander kader, maar – “il ne faut pas mélanger
les genres” – we moeten de vragen niet te veel door elkaar gooien.
Wat ik niet ter
discussie stel is natuurlijk het beleid dat wij voeren, of dat moet gevoerd
worden tegen leegstand en verkrotting, het beleid inzake de brandveiligheid, de
normen van brandveiligheid, kwaliteitseisen die gesteld worden voor
huurwoningen, of dat nu aan gezinnen of studenten is, de regels tegen de
overlast, ik wil het niet hebben over de GAS-boetes, alstublieft, maar in ieder
geval de regels inzake burenhinder, die gelden voor iedereen, daarover gaat het
niet.
Studenten en
niet-studenten moeten zich aan de regels houden, die natuurlijk naargelang de
omstandigheden moeten geïnterpreteerd en toegepast worden. Het is evident dat
de regels inzake lawaaihinder in een groot studentencomplex met veel
studentenwoningen misschien op een andere manier kunnen geïnterpreteerd worden
dan in een rustige woonwijk. Dan moet men daarnaar handelen, en moet men zich
daarnaar gedragen. Daar heb ik geen enkel probleem mee.
Wat mij stoort en wat
voor ons niet aanvaardbaar is, is de apartheidspolitiek die Gent voert ten
aanzien van studenten, zowel in de feiten als in de regels. Wat de regels
betreft, ik wil even citeren.
Algemeen
Bouwreglement, Artikel 38, is een fundamentele keuze om het gemengd wonen
onmogelijk te maken. Verblijfsaccommodatie voor studenten mag niet gemengd
worden met niet-studenten. Dat is blijkbaar een ander ras, een andere
diersoort, waarvoor andere kooien nodig zijn. Men bevordert hier de
gettovorming. Die moeten apart gaan wonen, de studenten, u hebt normale mensen
en u hebt studenten. Dat is het beleid dat deze Stad voert, en waar wij het
niet mee eens kunnen zijn.
Wat is specifiek het
juridisch kader waarop de heksenjacht steunt tegen studenten die samenwonen?
Dat is op de eerste
plaats Artikel 4.2.1 7° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, die een
vergunning vereist voor het opsplitsen van een woning in meerdere wooneenheden.
Daar is een vergunning voor nodig. Die wordt door de Stad ook systematisch geweigerd.
Het is een beleid om dit te weigeren.
De eerste vraag is
natuurlijk of wat men op het terrein bestrijdt, wel onder die vergunningsplicht
valt. Het is evident dat het hier gaat om het opsplitsen van een woning, dat
wil zeggen, een objectief gegeven, en niet het subjectieve gebruik dat men van
die woning maakt.
Bovendien is het
evident dat deze Codex, zoals alle wetten, moet gelezen worden in het licht van
de Grondwet, van de grondrechten, van het Europees Verdrag voor de Rechten van
de Mens, dat wil zeggen, de onschendbaarheid van de woning, het verbod op
huiszoekingen zonder machtiging van de rechter – de sociale inspectie houdt
zich daar niet aan, de woninginspectie houdt zich daar niet aan – en de eerbied
voor het privéleven, het gezinsleven, de woning en de briefwisseling –
Artikelen 15 en 22 van de Grondwet, Artikel 8 van het Europees Verdrag voor de
Rechten van de Mens.
Ik stel vast dat deze
principes in het beleid zoals het op het terrein wordt gevoerd, niet
gerespecteerd worden. Waarom? Omdat men stelt dat er een vergunning nodig is
wegens het opsplitsen van een woning, ook wanneer er aan die woning niets
gewijzigd wordt.
Ik ben het ermee eens,
er is een duidelijk verschil tussen een situatie waar een gezinswoning verbouwd
wordt op een wijze dat ze niet meer als gezinswoning kan gebruikt worden. Dat
men daar een bepaald beleid voert, dat wil ik hier nog niet fundamenteel ter
discussie stellen, op voorwaarde dat men dat in een globale context op een
juiste manier doet.
Waar het om gaat is
dat men de concrete bewoning, zonder dat aan die woning iets gewijzigd wordt,
gaat controleren en aanvechten, dat men gaat kijken hoeveel mensen daar wonen,
of zij gedomicilieerd zijn, wat de gezinsrelatie is, of moet ik misschien zeggen
de seksuele relatie tussen beiden, dus vragen die met de privacy betrekking
hebben.
Dit is een
kwaadwillige manier om Artikel 4.2.1 van de Codex te interpreteren. U kan
wetten op verschillende manieren interpreteren. Om het niet altijd bij
Churchill te houden, ik herinner aan de fameuze quote die aan Bismarck wordt
toegeschreven, dat “het respect voor wetten vermindert, hoe meer men weet hoe
ze gemaakt worden”. Welnu, hier stel ik vast dat het respect voor wetten
vermindert, hoe meer wij te weten komen over hoe ze worden toegepast.
In dit geval Artikel
4.2.1 7° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, toegepast op een
interpretatie die strijdig is met de privacy, met de tekst van de wet en met de
ratio legis, namelijk dat er geen structurele veranderingen mogen zijn, die
maken dat een gezinswoning geen gezinswoning meer kan zijn.
Ik steun mij trouwens
voor de interpretatie onder meer op het gezaghebbend werk van ingenieur De
Jonghe, die gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar was, en die een standaardwerk
heeft geschreven over ruimtelijke ordening en stedenbouw dat aan verschillende
edities toe is, en waar hij onder meer schrijft, exact over deze bepaling:
“Dat het feit dat
ouders komen inwonen bij de kinderen, of dat kinderen komen inwonen bij de ouders,
het aantal woongelegenheden niet vermeerdert en dus niet vergunningsplichtig
is. Er is geen sprake van vermeerdering van woongelegenheden of splitsing van
een woning indien de ouders een aparte brievenbus of een apart huisnummer
krijgen.” Ik haal de tekst hier aan omdat de brievenbus een van de criteria is
die misbruikt worden.
“Het is maar wanneer
er fysische ingrepen zijn, het bijmaken van een afzonderlijke inkomdeur, of het
dichtmetselen van inwendige verbindingen dat er sprake is van aparte entiteiten
binnen de woning die zelfstandig als woning kunnen benut worden. Dat is niet
het geval wanneer studenten samen een woning huren en daarin geen verbouwingen
uitvoeren. Dat is een totaal verkeerde interpretatie die gegeven wordt aan
4.2.1.”
Derde opmerking, of
derde punt als ik mag zeggen. Dit beleid kadert bovendien blijkbaar in een
geheel verkeerd studentenhuisvestingsbeleid, te zien aan de resultaten. We
hebben in 2004 een regularisatiestop ingevoerd. Het is sindsdien niet meer
mogelijk om samen te wonen en daarvoor een vergunning te krijgen. Bovendien
eist men vergunningen voor dingen waarvoor men geen vergunning mag eisen. Men
voert nu een beleid, u mag daarvan denken wat u wil, dat ertoe geleid heeft dat
het aanbod op de markt totaal niet beantwoordt aan de vraag vanwege de
studenten.
Volgens de cijfers die
de Stad geeft zouden er 2800 gezinswoningen zogenaamd ingenomen zijn door
studenten. Dat gaat over 7000 studenten. Die willen wij blijkbaar allemaal uit
die gezinswoningen krijgen. Waar u die gaat heensturen, dat vraag ik mij wel
duidelijk af. Blijkbaar is het de bedoeling dat die alleen nog in
studentengetto’s terechtkomen, in studententehuizen die uitsluitend voor
studenten zijn, en waar er geen sociale mix meer mogelijk is, en waar men niet
meer met andere mensen kan samenwonen.
De resultaten van dat
beleid zijn ook zichtbaar. De prijzen voor een gemiddeld studentenkot in Gent,
dat zijn gemiddelden, zijn gestegen sinds men dat beleid heeft ingezet op negen
jaar tijd van gemiddeld 205 naar gemiddeld 320 euro per kot, waarmee Gent de
duurste studentenstad is van het land, op hetzelfde niveau als Brussel.
Ik vergelijk even de
gemiddelde kotprijs in Hasselt, 220, in Leuven, 252, in Antwerpen, 280 euro.
Het feit dat die prijzen in Gent hoger liggen is duidelijk het gevolg van een
verkeerd beleid en niet enkel van de toename van studenten, want die is er
evenzeer in Leuven en evenzeer in Hasselt en waarschijnlijk ook in Brussel,
maar daar heb ik geen cijfers van. Dat heeft te maken met, zoals ik zei, een
verkeerd beleid.
Langs de andere kant
zijn er bij het begin van het academiejaar nog 800 koten leeg, maar dat zijn
blijkbaar de verkeerde koten, dat zijn de koten die de studenten niet willen of
die te duur zijn. Er is dus een totale mismatch tussen de vraag vanuit de
samenleving, vanuit de huidige opvattingen hoe mensen – ook studenten, want het
zijn ook mensen, wil ik even benadrukken – willen leven.
Ja, blijkbaar vindt u
dat er een apartheidspolitiek moet zijn, maar goed, dat is dan zo. Er is
blijkbaar een totale mismatch tussen de vraag en het aanbod dat men doet, aan
woonkazernes, excuseer, dat zijn Oostblokoplossingen. Misschien dat sommige
mensen hier heimwee hebben naar het Oostblok, maar ik in ieder geval niet.
Het beleid gooit bovendien
zoals het blijkt uit het terrein, alles door elkaar. Heel verschillende
situaties vallen op dezelfde manier onder die heksenjacht.
Langs de ene kant
echte huisjesmelkers. Geen probleem dat men dat aanpakt. Mensen die woningen
verbouwen om zo klein mogelijk in te delen en een zo hoog mogelijke prijs te
vragen voor woningen die niet aan de kwaliteitsnormen beantwoorden. Dat de
strijd daartegen voortgaat, daar hebben wij geen enkel probleem mee.
Maar het gaat over
zowel gezinnen die studenten op kamer nemen om op die manier een stukje hun
lening te kunnen afbetalen, oudere mensen die graag ook studenten hebben die
daar redelijk goedkoop kunnen wonen, die misschien ook eens de boodschappen
doen, ook uit veiligheid dat er iemand in huis is, mensen die graag met
meerderen in een huis wonen omdat dat de veiligheid of het veiligheidsgevoel
verhoogt, om financiële redenen, of gewoon omdat men graag samenwoont omdat men
op die manier leert samenwonen – ik denk dat het voor jongere generaties
belangrijk is, dat is ook een belangrijke fase in de vorming van het
burgerschap en uiteindelijk in een verbetering van democratie.
Studentenverenigingen
die graag als vereniging ook samen een huis hebben. Ouders die voor hun
kinderen een appartement kopen om daar hun kinderen op kot te laten gaan, en
als het aantal kinderen dat op dat ogenblik studeert niet exact het aantal
slaapkamers is, is het evident dat die kinderen een vriend of een vriendin
meenemen, jonge koppeltjes die niet getrouwd zijn of nog niet getrouwd zijn of
nooit gaan trouwen of wat dan ook, allerlei situaties vinden daar een plaats,
en die worden voor een groot deel door elkaar gegooid.
Wat zien we? Dat
andere steden dit beleid niet voeren. Ik wil het niet alleen over Antwerpen
hebben, ik weet heel duidelijk dat Antwerpen niet dit beleid voert ten aanzien
van studentenhuisvesting.
Leuven heeft gedurende
een aantal jaren inderdaad een beleid gevoerd dat in dezelfde richting ging.
Leuven is daarvan teruggekomen. Op dit ogenblik heeft Leuven terug een beleid
waarbij het inderdaad mogelijk is zowel voor oudere als voor jongere gezinnen
als hospita’s om terug studentenkamers in de eigen woning in te richten,
weliswaar beperkt van omvang, maar die mogelijkheid is er, met name dus dat
Charter Samenhuizen dat wij zo mooi ondertekend hebben, die resolutie van het
Vlaams parlement die we allemaal zo mooi, die onze partijen allemaal zo mooi
goedgekeurd hebben, die worden in elk geval in een aantal andere steden toch
minder gedwarsboomd en misschien zelfs effectief gepromoot of gestimuleerd.
Misschien ook, we
hadden het niet exact daarover daarnet, de leegstand in winkelstraten, het ging
over de leegstand van de winkels zelf, maar er is ook het fenomeen van de
leegstand boven de winkels. Dat zijn ideale situaties om die te laten bewonen
door mensen, ook door studenten die, zoals ik zei, ook mensen zijn.
Daarentegen voert de Stad
Gent een beleid, zowel wat betreft de vergunningen als wat betreft de inspectie
op het terrein, dat daar tegenin gaat. Wat betreft het officieel beleid en de
regels die wij uitvaardigen, die uitgaan van de concepten eengezinswoning en
meergezinswoning, dat is totaal achterhaald in onze samenleving. Dat is weer
werken met vakjes, er zijn studentenhuizen, er zijn eengezinswoningen, er zijn
meergezinswoningen. In vakjes, in hokjes denken.
Minder en minder
beantwoordt dat aan de maatschappelijke behoeften vandaag van co-housing, van
kangoeroewoningen, van mantelzorg, van mensen met bijzondere zorgbehoeften, van
LAT-relaties, van pogingen tot samenwonen, van jongeren die dat proberen aan te
leren.
Wij hebben de mond
vol, op allerlei vlakken, over diversiteit, maar als het gaat over woonvormen,
dan kan die diversiteit er blijkbaar niet af. Wij hebben de allochtoon plechtig
begraven, misschien moeten we ook de student als aparte categorie eens plechtig
gaan begraven en die mensen met dezelfde normen en behoeften erkennen als
normale mensen.
Dit systeem van aparte
vakjes doet mij eerlijk gezegd denken aan de wetboeken zoals die bestonden voor
de Franse Revolutie. Schepen Balthazar, u bent een goed jurist, u kent dat
waarschijnlijk nog wel, u hebt waarschijnlijk nog gehoord van het Allgemeines
Landrecht in Pruisen, waar de rechten en de plichten verschillend waren. Ik
dacht dat de Franse Revolutie daaraan precies een einde had gemaakt.
Ik zie dat in andere
steden men dat stimuleert. Er zijn in de kranten berichten verschenen. Ik heb
hier bijvoorbeeld een mooi bericht. “Samen onder een dak”, dat gaat natuurlijk
over Brussel en niet over Gent, gedeeltelijk studenten, gedeeltelijk mensen die
werken, die huren samen een huis, en die vormen deze nieuwe soort samenwonen.
Wij als N-VA, wij zijn
op de eerste plaats, volgens onze eigen definitie, een gemeenschapspartij. Een
gemeenschapspartij betekent, geen louter individualistische partij en geen
staatspartij, dat zou ons in principe kunnen onderscheiden van sommige andere
partijen hier in deze gemeenteraad, en het is iets waarbij wij eigenlijk zouden
moeten in de buurt komen, zowel van Groen als CD&V, maar of dat in de
praktijk ook altijd zo is, dat schijnt niet altijd te lukken.
De heer Matthias
Storme. Als ik de studie met geld van het
Koning Boudewijnfonds en het Luchtkasteelfonds, dat het beleid inzake
samenwonen, een studie van een aantal jaren geleden, wil promoten, somt de
voordelen op van een ander soort beleid ten aanzien van woonvormen: “herstel
van het sociaal weefsel, intergenerationele cohesie,” – voor wie dat een te
moeilijk woord vindt, tussen de generaties, tussen ouderen en jongeren – “meer
betrokkenheid met de buitenwereld, in plaats van zich op te sluiten op zijn
kamer, meer burgerzin en persoonlijke groei, aanleren van het respect voor
gemeenschappelijke voorzieningen door samen te wonen met een gemeenschappelijke
badkamer, een gemeenschappelijke keuken, enzovoort, krijgt men respect voor
mede-eigendom. Not the tragedy of the
commons but the tragedy of the anticommons, een verhogen van de veiligheid
en het veiligheidsgevoel, minder druk op de partnerrelatie en een meerwaarde
voor bepaalde doelgroepen” – ik citeer uit die studie.
Het is de stelling van
N-VA, en ik citeer even de voorzitter van Jong N-VA, die mij een zeer bezorgde
brief gestuurd heeft over dit beleid. “In veel gevallen”, zegt hij, “wonen
studenten samen met alleenstaande afgestudeerde twintigers en dertigers met een
job. Door de dure woonmarkt worden zij gedwongen woningen te delen. Het
alternatief is meestal een vuil, goedkoop flatje in een onveilige buurt.”
“Ik maak mij zorgen
over de impact op ons samenlevingsmodel. Wie een woning niet kan delen met
vrienden of studenten zal misschien geen langdurige relatie opbouwen of aan
kinderen beginnen en dit langetermijneffect wordt onderbelicht. Dus het
vergunningenbeleid ten aanzien van waar een vergunning nodig is, is verkeerd,
maar veel erger nog, en dan kom ik terug op de heksenjacht, veel erger nog is
wat men op het terrein doet, namelijk op een onwettige manier mensen
verbaliseren, aanklagen, uit hun huis zetten met criteria die in strijd zijn
met de wet en met de Grondwet. Ik lees uit het antwoord dat u gegeven hebt uit
de verklaringen van de mensen van de Stad Gent.”
“De criteria die men
hanteert om te zeggen dat iets onwettig is als men geen vergunning heeft voor
opsplitsing: het feit dat er aparte brievenbussen zijn,” – ik heb duidelijk
geciteerd, hetgeen de heer De Jonghe heeft gezegd: aparte brievenbussen is geen
geldig criterium, is geen opsplitsing in een woning – “het feit dat er meerdere
namen op de bel staan, bij voorkeur een van die morsetekentjes, lang kort,” -
misschien wordt morse binnenkort een nationaal of internationaal cultureel
erfgoed, we kunnen dat misschien een beetje cultiveren – “het feit dat de
kamers op slot kunnen,” - excuseer, bij mij thuis kunnen de kamers ook op slot,
in de meeste gezinswoningen zijn er sloten op de deuren, en die sleutels, die
zijn misschien al lang verloren gegaan bij veel mensen, bij mij waarschijnlijk
ook, maar dat is geen criterium – “er zijn mensen geverbaliseerd waarbij men
zegt, een appartement met drie kamers, u vormt geen gezin, want u hebt elk op
uw eigen kamer een microgolfoven, dus u deelt de keuken niet, dus in strijd met
het artikel van de VCRO tegen opsplitsing van wooneenheden.”
Dit zijn
onwettige criteria, en als u misschien toch nog Churchill wil horen, welnu, er
is een mooi citaat van Churchill waar hij zegt: “My wife and I tried two or
three times in the last 40 years to have breakfast together, and we never
succeeded.” Dus Churchill en zijn
vrouw zouden waarschijnlijk ook aangeklaagd worden in deze stad wegens het
vormen van twee wooneenheden omdat ze niet samen het ontbijt nuttigen.
Een criterium dat
voortdurend terugkomt is de domiciliëring. Ik weet dat het daar natuurlijk voor
een groot deel om gaat. Wanneer mensen niet in de stad Gent gedomicilieerd
zijn, maakt men een probleem. Het feit dat mensen hier niet gedomicilieerd zijn
maakt men een probleem.
Daar is een probleem,
maar niet op dit punt. Dit is een onwettig criterium om te oordelen over de
toepassing van 4.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Het is niet
omdat iemand daar niet gedomicilieerd is dat u hem daar mag buitenzetten omdat
die een onwettige opsplitsing van wooneenheden zou hebben. Dat is een totaal
ander probleem.
U weet ook waarom
studenten hier niet gedomicilieerd zijn, omdat de federale wetgeving nu eenmaal
zo is, dat men dan kinderbijslag en fiscale voordelen verliest, maar blijkbaar
is dat probleem met de federale wetgeving... (onverstaanbare repliek) Welnu, goed, we zullen dan zien. Blijkbaar
is dat, of dat nu federale of Vlaamse wetgeving is, kan mij hier op dit moment
niks schelen, hoor, mevrouw. Blijkbaar is dat probleem met de federale
wetgeving iets waarvan de kost op studenten moet worden afgewenteld.
Bovendien is het zo
dat er mensen zijn die inderdaad niet in gezinsrelatie samenwonen en die zich
hier willen domiciliëren. Een van de
leden van onze gemeenteraad heeft het voorgehad, heeft gevraagd om zich te
domiciliëren in een woning waar ook vrienden woonden, en men heeft het
geweigerd. Waarom? Omdat men geen gezin vormde. Blijkbaar moet men bewijzen dat
men een of andere gezinsrelatie heeft om zich te kunnen domiciliëren.
Ik weet dat men in de
sharia kan ontsnappen aan de steniging wegens ontucht als er geen getuigen zijn
van een seksuele relatie. Hier is het blijkbaar zo dat men getuigen moet hebben
van een seksuele relatie om gedomicilieerd te kunnen worden in dezelfde woning
als vrienden. Men hanteert een totaal verouderd gezinsbegrip dat niet relevant
is.
U citeert het begrip
‘gezin’ uit de Wooncode met een duurzame eenheid. Excuseer, ten eerste, en dat
zal niet, denk ik, aan de oppositiepartijen liggen maar aan de
meerderheidspartijen, zijn de grootste voorstanders van een beleid dat niet in
de lijn ligt van het klassieke gezinsrecht, waar de wettelijke samenwoning moet
gelijkgesteld worden met het huwelijk en met het gezin, hoewel men dit op elke
dag wettig kan beëindigen, en er dus geen enkele garantie van duurzaamheid is.
Het criterium uit de Wooncode is totaal misplaatst, heeft te maken met sociale
woningen verhuren, en heeft niks te maken met ruimtelijke ordening. Dat is het
beleid nochtans dat hier gevoerd wordt.
Dit beleid maakt
brokken. Er zijn studenten uit hun huizen gezet, uit woningen gezet die hun
ouders voor hen gekocht hadden. Er is een geval waar broer en zus samen een
appartement gehuurd hadden met één slaapkamer, de broer sliep in de living. Ze
zijn aangeklaagd omdat ze blijkbaar het appartement opgesplitst hadden in twee
wooneenheden. Dat is de situatie die hier gevoerd wordt.
Die apartheidspolitiek
ten aanzien van studenten kadert natuurlijk ook in een ruimer beleid, excuseer
dat ik het zeg, van deze Stad om de ingeschreven inwoners, de gedomicilieerde inwoners,
dat zijn de kiezers natuurlijk, vanzelfsprekend, op te zetten tegen de
buitenstaanders, of dat nu studenten zijn, pendelaars, ouders die hun kinderen
in Gent laten schoollopen maar elders wonen, en dergelijke meer.
Ik dacht dat dat
eerder een beleid is dat te maken had met de slogan die een andere
oppositiepartij hier aanwezig lang als zijn partijslogan heeft gehanteerd. Dat
is geen beleid deze stad waardig. Ik kan, als men dit beleid wil voortzetten,
ouders en studenten eigenlijk alleen maar de raad geven om hun kinderen of
zelfs niet in Gent te laten studeren, maar naar Antwerpen, Leuven, Kortrijk of
Brussel te gaan.
Ik weet het, in Leuven
is er ook gedurende jaren onder burgemeester Tobback een harder beleid gevoerd
waar men nu van teruggekomen is, en men heeft toen inderdaad aan Leuven de
bijnaam gegeven “Stalingrad aan de Dijle”. Welnu, wij willen niet leven in
“Moskou aan de Leie”.
1 opmerking:
Ik kwam per toeval op deze (oude) blogpost terecht omdat ik op zoek ben naar informatie over samenwonen. Ongetwijfeld komen nog anderen via deze weg op dit artikel terecht. Ik vond ook relevante en recente info hier: http://www.nobels.be/nl/faq/
Dit kan andere misschien ook verder helpen. Grt
Een reactie posten