woensdag, mei 21, 2014

Neem Europa zijn open debat niet af

Minder macht voor de lidstaten, meer macht voor het Europees Parlement: dat is het heersend discours in het aanschijn van de Europese verkiezingen. Matthias Storme is het daar niet mee eens. ‘Meer Europa’ over precies die thema’s waarover grote onenigheid bestaat, dreigt tot een polarisering op zijn Amerikaans te leiden.
-------
De voorbije weken werd er uitvoerig voor gepleit om de voorzitter van de Europese Commissie door de fracties van het Europees Parlement te laten bepalen. Die fracties hebben elk hun kandidaat naar voor geschoven en het zou, zo zegt men, een kaakslag voor de democratie zijn als niet een van de Spitzenkandidaten de opvolger van José Manuel Barroso wordt.
Ook wordt ervoor gepleit om de Europese besluitvorming meer te politiseren. Die besluitvorming wordt nu door velen als te technocratisch beschouwd en/of te veel bepaald door de nationale politieke opinies. Die politisering zou dan moeten leiden naar een meer Europees politiek debat, een Europese publieke opinie. En zo zou het argument worden gecounterd dat het zwaartepunt van de democratie best bij de naties blijft liggen, omdat daar ook het democratisch debat plaatsvindt.
Om meerdere redenen vind ik dat niet zulke goede ideeën. Tot vandaag is er in het Europees Parlement niet echt een meerderheid en een oppositie zoals we die in Vlaanderen, België en vele andere parlementaire democratieën kennen. In dat parlement wordt er daardoor veel meer met een open geest gedebatteerd en zien we bij de stemmingen steeds wisselende meerderheden.
En zo hoort het eigenlijk in een democratie. In landen waar er duidelijk een meerderheid en een oppositie zijn, verliest het parlement een groot deel van zijn macht, zoals de nationale politiek duidelijk bewijst. Merkwaardig genoeg is de enige periode in de laatste vijftig jaar waarin het Belgische parlement ‘normaal’ functioneerde, die van de grote regeringscrisis van 2010-12. Zolang er nog geen meerderheid en oppositie waren, kon het parlement echt zijn rol spelen, en toen zijn er belangrijke wetten door het parlement zelf gemaakt (zoals een nieuwe nationaliteitswet). Sinds er een ‘normale’ regering is, is het parlement weer grotendeels gedegradeerd tot stemmachine van kabinetsontwerpen.
Maar weinig democratieën hebben geen last van dat fenomeen: Zwitserland, waar de regering wel door het parlement wordt verkozen maar uit omzeggens alle partijen bestaat (de zogenaamdeKonkordanzdemokratie) en de VS, waar de regering geen meerderheid in het parlement (Congress) moet hebben (omdat zij door een rechtstreeks verkozen president wordt samengesteld) en gedurende vele decennia over de partijgrenzen van Democraten en Republikeinen heen wetten werden gemaakt. En ook het huidige Europese Parlement dus. Het zou dan ook zeer jammer zijn om dat te zien verloren gaan.
Technische regeltjes
De politisering waarvoor men pleit, houdt vaak ook in dat men de rol van de lidstaten wil terugdringen. ‘Zuiver’ Europese instellingen als Commissie en vooral Parlement zouden meer te zeggen moeten hebben over de grote politieke en sociale vragen, klinkt het. Europa zou zich daarop moeten profileren, in plaats van als economische regulator massa’s technische regeltjes over ons uit te storten (waarvan Hendrik Vos haarfijn het nut al verdedigde, DS 14 mei ).
Maar dan zouden Commissie en Parlement meer macht krijgen over net die vragen waarover onze samenlevingen verdeeld zijn en waarover vooral de Europese samenleving als geheel sterk verdeeld is.
Hier dreigt een tweede gevaar, een waarvan de jongste jaren in de VS al duidelijk werd wat de gevolgen kunnen zijn. Als we de rol van de lidstaten terugschroeven in die zaken waarover de Europese samenleving verdeeld is, riskeren we een Europa te scheppen dat zoals de VS diep politiek verdeeld is. Precies door de grote maatschappelijke en politieke thema’s naar Washington te verschuiven, is dat land meer verdeeld dan ooit tevoren: er zijn ‘rode staten’ (Republikeinen) en ‘blauwe staten’ (Democraten) en die praten niet meer met elkaar. In het Congres wordt er ook niet meer over de partijgrenzen heen gepraat, want omzeggens elk thema wordt een federaal campagnethema.
Europeanisering
Dit is geen pleidooi voor Europese ‘achterkamertjespolitiek’, integendeel. We moeten juist het open debat in het Europees Parlement veiligstellen. Waar anderzijds wél nood aan is, is een ‘europeanisering’ van de nationale parlementen, zoals onder meer Mark Elchardus (DS 17 mei) bepleit: de nationale parlementen (en bij ons zijn dat ook de deelstaatparlementen) moeten meer betrokken worden bij de besluitvorming van de lidstaten over en in de Europese Unie en moeten er meer tijd en middelen voor inzetten. Dat is veel en veel belangrijker dan een overtrokken aandacht voor Spitzenkandidaten voor de Europese Commissie.

Matthias Storme. Gewoon hoogleraar (KU Leuven) en medestichter van het European Law Institute. Doceerde jarenlang Europees recht. Kandidaat voor het Europees Parlement voor N-VA.

Deze bijdrage verscheen in De Standaard van 21 mei 2014: http://www.standaard.be/cnt/dmf20140520_01112849

donderdag, mei 01, 2014

Zelfbeschikkingsrecht is moeilijk in te vullen

Professor Matthias Storme, hoogleraar in de rechten aan de KU Leuven is advocaat, oud-voorzitter van het OVV en kandidaat bij de Europese verkiezingen. Storme is bekend in de Vlaamse beweging en heeft tijdens het internationaal symposium in Gent een uitstekende beeld opgehangen over zelfbeschikkingsrecht voor volkeren.Wij spraken met hem op zijn kantoor aan de Coupure in Gent.
Grondvest: Is zelfbeschikkingsrecht een mensenrecht?
Storme: ‘Het internationaal zelfbeschikkingsrecht voor volkeren is een algemeen beginsel, maar er is discussie over de draagwijdte ervan. Iedereen is het eens over het principe, maar niet over de invulling. Er zijn verdragen en uitspraken van internationale rechtscolleges. De enge interpretatie roept tegen ons dat het zelfbeschikkingsrecht enkel diende voor de dekolonisatie.Vele instanties interpreteren het ruimer; als het recht op secessie of separatisme. Er is geen “wereldautoriteit” om zich daarover uit te spreken. We zien echter toch dat veel documenten – die gezag hebben in internationaal recht – het zelfbeschikkingsrecht toch uitwerken en erkennen. Het bekendste voorbeeld uit de geschiedenis is Amerika, en dichter bij ons het “Plakkaat van Verlatinghe” waarbij in 1581 Filips II werd afgezet.’
Hoe kan Vlaanderen zich beroepen op het zelfbeschikkingsrecht?
‘Zelfbeschikkingsrecht is moeilijk in te vullen omdat we moeten definiëren wat een volk is, welke kritische massa je moet hebben om recht op secessie te hebben.Wat speelt er mee? Of er een regering, een parlement, een grondgebied is. Dan is het niet zo moeilijk om te zien dat Vlaanderen, Catalonië, Baskenland en Schotland daaraan voldoen. Anderen zeggen dat er sprake moet zijn van verdrukking, bijvoorbeeld de Kosovaren die door de Serven werden verdrukt. De Vlamingen worden niet verdrukt, maar we slagen er niet in om de politiek te voeren die we nodig hebben.’
Hoe ontstaan nieuwe staten?
‘Veelal ontstaat een staat en wordt ze achteraf erkend, zoals België en Kosovo. Ook de Baltische Staten hebben zich zo onafhankelijk van Rusland verklaard. Er is geen kant-en-klaar scenario. Er zijn wel enkele criteria die een rol spelen en die bepalen of een secessie lukt of niet. Met een louter moreel principe kom je er niet, maar de kans dat het slaagt, hangt toch ook af van het feit of men het kan legitimeren. Het is niet alleen een machtsspel. Een meer voor de hand liggend scenario is enerzijds dat je kan aantonen dat je een meerderheid van de bevolking mee hebt. Anderzijds zijn er ook geslaagde afscheidingen waar men daarvan nooit zeker is ge- weest, maar van het geschikte moment gebruik maakte. De Grieken noemden dat “kairos”. Een momentum kan zich ook aandienen als niet iedereen voor is, maar als er minder tegen zijn.’
Kan een referendum hierover in Vlaanderen?
‘Een referendum is niet verboden maar kan alleen maar raadgevend zijn.Voor een bindend referendum moet je eerst de grondwet wijzigen. Voor Franstalig België heeft men het consultief referendum ingevoerd, maar de Vlaamse par tijen zijn tegen, ook de N-VA. Het is meestal de overtuiging dat politici hun verantwoordelijkheid moeten nemen en niet moeten laten afhangen van populaire stem- mingen. Anderzijds kan je ook zeggen dat het Vlaams Parlement voldoende representatief is.’
Hoe staat Europa tegenover zelfbeschikkingsrecht?
‘Dat gaan we pas weten als er een eerste onafhankelijkheidsverklaring is. Het zou wel interessant zijn als de Schotten op 18 september ‘yes’ zeggen; dan moet de EU er wel een antwoord op bieden. In het Verenigd Koninkrijk hebben ze al aangekondigd bereid te zijn de uitslag van het referendum te aanvaarden. In Vlaanderen ligt een afscheiding – zonder de Belgische staat volledig op te doeken – nu nog niet op tafel. De verhouding met Europa zou volledig moeten worden uitgeklaard. De EU is één van de grote redenen om te streven naar zelfbeschikking, het is belangrijk om inspraak te hebben in Europa. De deelstaten hebben nu omzeggens geen inspraak. Europa is eigenlijk de push- en pullfactor; het is dé reden waarom de staatshervorming noodzakelijk is. Een Europa van deelstaten maakt geen einde aan het vrij verkeer. De EU maakt een secessie enerzijds onschadelijk en anderzijds bijna noodzakelijk. Er is een duidelijke band tussen de ontwikkelingen in de EU en de radicalisering in Vlaanderen. De huidige lidstaten hebben geen enkele interesse om dat debat te openen. Voor bijvoorbeeld Spanje is het zelfs problematisch. Voor anderen heeft gelukkig voor hen de afscheiding plaatsgevonden voor de aansluiting bij de EU, dit is het geval met 7 van de 28 lidstaten: Letland, Estland, Litouwen,Tsjechië, Slovakije, Slovenië en Kroatië. Als je verder teruggaat in de tijd dan is de meerderheid van de Europese lidstaten ontstaan uit een secessie.’ 
(gepubliceerd in Grondvest mei 2014, http://vvb.org/file?fle=1191)
 
Locations of visitors to this page