zaterdag, december 31, 2022

Gluiperige taal

Onze taalomgeving vandaag, in berichtgeving, debatten en publieke standpunten, wordt dagelijks vervalst of soms zelfs vergiftigd door sluipende begrippen (concept creep): termen met een negatieve lading worden steeds ruimer gebruikt, om steeds meer dingen te omvatten die niet dezelfde draagwijdte hebben als de oorspronkelijke inhoud, om zo elke proportionaliteit in het denken terzijde te schuiven en aan allerlei zaken die niét onder het oorspronkelijke bergip vielen dezelfde negativiteit, sancties, gevolgen te hechten als aan dat oorspronkelijke begrip. De meeste lezers kennen intussen wel genoeg voorbeelden van de massieve uitbreiding van begrippen als racisme, fascisme, extremisme, discriminatie, geweld of agressie, slachtoffer, trauma, benadeling, kwetsend, mensenrechten, geestesstoornis, machtsverhouding, ondemocratisch, hondenfluitje, of ook het wijdverspreid gebruik van containerbegrippen zoals "grensoverschrijdend gedrag" waarmee men alles in één pot kan stoppen. Typisch is vooral dat men onder één noemer dingen brengen die qua ernst of belang of maatschappelijke schadelijkheid zeer verschillend zijn in gradatie. Zoals sommige flaminganten in het verleden te snel over een kaakslag spraken, wordt nu vooral aan de andere zijde dit soort amalgaam dagelijks gebruikt. Het fenomeen bestaat ook bij woorden die een positieve connotatie hebben, en die als holle frasen worden gebruikt (in het Engels spreekt men van weasel words, wezelwoorden die zich aan elke duidelijke betekenis onttrekken), zoals diversiteit, sociaal, inclusie, e.d.m. En daarnaast kennen we ook een reeks wijdverspreide eufemismen, waar ik vandaag nu eens niet nader op inga.

 

"Grensoverschrijdend gedrag" is de jongste tijd wel de kampioen inzake woordmisbruik. Zeker als men daar dan ommiddellijk de term zero tolerantie aan koppelt. Zero tolerantie is nooit een goed idee, maar het wordt helemaal ondraaglijk als de mate van (gebrek aan) tolerantie geen gradaties meer kent en bij manier van spreken "levenslang" wordt gevorderd voor alle feiten die onder zo'n ruime categorie vallen. Binnenkort kunnen we het strafwetboek misschien vervangen door één wetsartikel: grensoverschrijdend gedag wordt bestraft met een gevangenisstraf tussen 1 dag en levenslang. Leve de willekeur ! Probeem opgelost, nietwaar? 

 

Zouden we elke auteur van dit soort gluiperige woorden niet best direct opvorderen om klare taal te spreken, dat wil zeggen preciezer te zijn, en geen containertaal maar stukgoedtaal te gebruiken ? Hem erop wijzen dat hij enkel maar probeert mee te surfen met verontwaardiging over dingen die veel erger zijn ? Natuurlijk krijg je dan het verwijt te minimaliseren. Dat is geen minimaliseren, maar de dingen in hun juiste proportie weergeven, en met de juiste woorden. Want Carl Linnaeus wist het al: nomina si pereunt, perit et cognitio rerum : als de juiste benamingen teloorgaan, gaat ook de kennis der dingen teloor. En in vele gevallen gaat zo niet enkel onze kennis, maar ook onze vrijheid teloor.


(deze column verscheen in Onaf januari 2023)

 

 

donderdag, september 01, 2022

Vertaalde medeburgers

  Vertaalde medeburgers

 

Al te vaak zien we berichten, vaak uitgaande van Brusselse overheden, waarin de Nederlandse vertaling van een Franse tekst zo schabouwelijk is dat het hilarisch wordt, ware het niet intriest. Dat dit vooral bij Brusselse overheden gebeurt is natuurlijk geen toeval: het zijn diezelfde overheden die al tientallen jaren weigeren de taalwetten toe te passen wat betreft de aanwerving van ambtenaren. En dus zijn ze grotendeels door nederlandsonkundigen bevolkt. In 2021 waren slechts 18 % van de personeelsbeslissingen van de Brusselse lokale besturen conform de taalwetgeving, en van de 82 % onwettige beslisingen werden er 60 % geschorst door de vicegouverneur van Brussel, maar die schorsingen worden systematisch ingedaan gemaakt door de lokale besturen en het Gewest (interview met Jozef Ostyn in Bruzz 6 juli 2022; jaarverslag op https://vicegouverneurbru.be).

 

Sinds lang proberen de franstaligen te ontsnappen aan de taalwetgeving met de mantra dat de tweetaligheid van ambtenaren toch niet nodig is wanneer de dienst maar tweetalig is (wat natuurlijk in de praktijk betekende dat enkel de Vlamingen tweetalig moesten zijn, en uitmondde in situaties zoals de Schaarbeekse loketten ten tijde van Nols - een apartheid die weliswaar in de praktijk voor de Vlamingen relatief gezien niet zo nadelig was). Maar intussen wordt het nog een stuk erger nu sommigen menen zich ook van die tweetaligheid niets meer te moeten aantrekken omwille van het bestaan van vertaalsoftware. Even op google of babelfish zetten en klaar is kees. De Nederlandstalige krijgt in dat geval zelfs geen apart loket meer waar hij in zijn eigen taal terecht kan, en moet zich met een machine-afkooksel tevreden stellen. Het woord van Ludo Abicht, ongeveer 20 jaar geleden, dat Vlamingen te vaak slechts vertaalde medeburgers zijn, die in een slecht vertaald Nederlands geregeerd worden, wordt dan wel heel pregnant.

 

Een dergelijke situatie is in sommige gevallen zelfs al wettelijk vastgelegd, zo bv. voor de Nederlandse versie van Europese octooien sinds een Overeenkomst van Londen uit 2008: daardoor zijn er in de EU voor sommige zaken drie eersterangstalen en een reeks tweederangstalen (enkel de Spanjaarden hebben zich dara overigens niet bij neergelegd). Toegegeven, daar waar het Nederlands in beginsel gelijk behandeld wordt, zoals in alle wetgeving en rechterlijke uitspraken, kunnen we over de kwaliteit van het Nederlands in de EU niet klagen ! Dat is dan toch voor federale wetgeving in België maar al te vaak anders. Men moet maar eens het Nederlands lezen van het nieuw Burgerlijk Wetboek dat er zonodig (maar eigenlijk niet echt nodig) moest komen - een houterig taaltje dat opnieuw op de lachspieren zou werken als het niet zo droevig was. De fout hiervoor kunnen we overigens niet op de franstaligen steken, maar is het gevolg van onkunde en laksheid op taalgebied van vele Vlamingen. Dat verontschuldigt natuurlijk de nederlandsonkundigheid van franstalig overheidspersoneel niet,  maar is in ieder geval ook geen toonbeeld van Vlaamse volwassenheid.


(Deze column verscheen in Onaf september 2022)

zondag, mei 01, 2022

Wat Rusland doet is de negatie van het zelfbeschikkingsrecht en dus van nationalisme

De gruwel van de Russische invasie in Oekraïne en de gevolgen ervan hebben niet enkel geleid tot een stroom aan Russische newspeak (term die voor het eerst door Orwell werd gebruikt in zijn dystopie "1984") maar ook weer tot voorspelbare scheldpartijen aan het adres van het 'nationalisme'. 

 

Nochtans heeft die oorlog weinig met nationalisme te maken, behalve dan in de zin dat de Oekraïnse natie zich verdedigt. Nationalisme in zeer strikte zin is het streven om staatsgernenzen te laten samenvallen met de grenzen van naties. Maar dat is uiteindelijk maar één mogelijke uitdrukking van het zelbeschikkingsrecht der volkeren. In mijn vorige column in dit blad herinnerde ik er nog aan dat "dat de uitoefening van het zelbeschikkingsrecht niet noodzakelijk een keuze voor een onafhankelijke staat inhoudt. Een volk kan ervoor kiezen in een confederatie te gaan of deelstaat te zijn van een federatie, als dat de belangen van dat volk beter dient. Alleen is het dan voor dat volk zelf of zijn democratisch gelegitimeerde vertegenwoordigers om dat te beslissen". 

 

Een tweede nuance is dat naties heel vaak taalgemeenschappen zijn, maar daar zeker niet altijd mee samenvallen, zoals bv. Schotland ons duidelijk leert. Andere elementen van verbondenheid kunnen maken dat ook groepen die niet de nationale taal of de belangrijkste nationale taal spreken, zich deel kunnen voelen van die natie. Het was historisch mogelijk geweest dat de Walen zich als behorend tot de Nederlandse natie zouden beschouwen, al is de kans daarop nu toch wel zeer klein geworden. En de Russische moord- en plundertochten hebben de meeste russischtalige Oekraïners (er ten dele gekomen door russificatiepogingen onder Stalin) wellicht Oekraïenser gemaakt dan ze voorheen ooit waren. 

 

Een moordende onderwerpings- en plundertocht jegens een andere natie is evenwel precies de negatie van het zelfbeschikkingsrecht en dus van nationalisme. Het is een vorm van imperialisme, net zoals het eisen dat landen tegen hun wil van een bepaalde 'invloedssfeer' zouden deel uitmaken een vorm van imperialisme is. Dit wil nog niet zeggen dat alle vormen van imperialisme steeds even kwaadaardig zijn. Er zijn in de geschiedenis wel imperia geweest zonder veel imperialisme, met 'zachte vleugels', waaronder het zelfbeschikkingsrecht in grote mate werd geëerbiedigd. Ze zijn zeldzaam gebleven. Het Russische imperialisme in ieder geval is al eeuwenlang zelden iets anders dan bloederig geweest. Het gaat uit van een onderscheid tussen het Russische volk en de Russische 'wereld' waarin andere volkeren op hun best van de Russische "vrede" mogen genieten en op hun slechtst gedeporteerd en afgeslacht worden. De tegenstelling met volksnationalisme in de beste traditie van de Vlaamse Beweging kan niet groter zijn. Een deel van die Beweging heeft zich anderzijds inderdaad een goede 80 jaar gelden laten strikken door een vergelijkbare Herrenvolk-ideologie. Dat is vandaag echter geen reden om het volksnationale ideaal te verwerpen, maar integendeel om het opnieuw te verdedigen en binnen de grenzen van onze mogelijkheden hulp en bijstand te bieden aan het bedreigde Oekraïnse volk. Net zoals van de Polen of de Balten kunnen we ook van de Oekraïners wel iets leren over gepaste eerbied voor en dan ook fierheid op onze eigen cultuur én iets van de hunnen opsteken, die al zovele eeuwen met Europa is verbonden.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

woensdag, januari 26, 2022

Europa en het zelfbeschikkingsrecht van zijn volkeren

Volkeren binnen de EU die streven naar onafhankelijkheid of minstens meer autonomie zijn soms geneigd een beroep te doen op de Europese instellingen om hen te steunen en tussen te komen in conflicten binnen de lidstaten. Dit is evenwel een gevaarlijk pad. Het gaat immers om zaken waarvoor de Unie niet bevoegd is en ook niet moet worden. Het komt niet aan de EU toe om te beslissen wie recht heeft op zelfbeschikking. Het is niet aan de Unie om te beslissen wie bevoegd is bij een bevoegdheidsconflict binnen een lidstaat, zoals  tussen een federale overheid en de deelstaten. het is dan ook een dwaalweg om van de Unie een oplossing te verwachten voor dergelijke conflicten. Wat we van de Unie wel gerechtigd zijn te verwachten, is dat de Unie de autonomie van volkeren en gebieden, zoals die geldt in  hun verhouding tot de lidstaten, respecteert, en dat de Unie en de andere lidstaten die niet frustreren.

 

Bovendien is het probleem van de uitoefening van het zelfbeschikkingsrecht niet oplosbaar zolang men vasthoudt aan een juridisch monisme, aan de idee dat er maar één rechtsorde is waarin europees, nationaal en deelstatelijk recht passen en die de - hiërarchische - verhouding daartussen bepaalt. Het gaat integendeel om een conflcit tussen verschillende legitimiteiten en dus ook verschillende rechtsorden. Natuurlijk handelt Katalonië, wanneer het de onafhankelijkheid uitroept, tegen de Spaanse Constitutie. Maar dat is niet de echte vraag. Die handeling kan perfect in overeenstemming zijn met de Catalaanse Consitutie, zodat het gaat om een conflict tussen twee Constituties, en om een vraag naar de verhouding tussen twee legitimiteiten waarvan de ene niet zomaar ondergeschikt kan worden aan de andere. Ook op andere plaatsen in Europa dan Katalonië kan die vraag rijzen en geldt dan hetzelfde. Dergelijke conflicten kunnen niet worden opgelost door eenvoudig weg een hiërarchie te installeren. Men moet integendeel uitgaan van een pluraliteit aan rechtsorden die op een of andere manier een modus vivendi met elkaar moeten vinden. Dat geldt zowel voor conflicten tussen de Unie en de lidstaten (waar het Hof van Justitie van de EU paranoïde het alleenrecht van spreken opeist) als voor conflicten tussen lidstaten en secessionistische gewesten.

 

Dat omgekeerd het zelfbeschikkingsrecht der volkeren alleen niet het enige woord kan zijn dat telt, heeft te maken met minstens twee zaken. Ten eerste is het niet zo eenvoudig te bepalen welke gemeenschap er precies recht heeft op zelfbeschikking, wie er een volk is. Het is niet zo dat elk dorp kan pretenderen een natie te zijn. Hier zijn maatstaven nodig die moeilijk te bepalen zijn en kunnen veranderen in de loop der geschiedenis. Ten tweede is het natuurlijk ook zo dat de uitoefening van het zelbeschikkingsrecht niet noodzakelijk een keuze voor een onafhankelijke staat inhoudt. Een volk kan ervoor kiezen in een confederatie te gaan of deelstaat te zijn van een federatie, als dat de belangen van dat volk beter dient. Alleen is het dan voor dat volk zelf of zijn democratisch gelegitimeerde vertegenwoordigers om dat te beslissen. Vele minderheden in Europea hebben niet de aspiratie om een onafhankelijke staat te vormen, vaak omdat ze inzien dat ze daarvoor wellicht te klein zijn en dat ze anderzijds niet zo slecht varen waar ze zijn; meestal willen ze wel meer autonomie binnen die staat. Die keuzevrijheid moeten ze hebben. 

 

Maar de andere landen en de Unie moeten die interne afspraken dan wel erkennen en ernaar handelen. En daar wringt wel een schoentje. Wij kennen het probleem met bv. gemeenschapsbevoegdheden zoals onderwijs die volledig zijn gesplitst en overgeheveld. De federale overheid heeft hierover niets te zeggen en kan dus ook geen federale minister naar de Europese Raad sturen in die gevallen waaruin de EU iets te zeggen heeft over onderwijs (weinige gelukkig). En toch is het formeel enkel de lidstaat België die daaraan kan deelnemen; al kan België dan wel vertegenwoordigd worden door een gemeenschapsminister, een verdeling van de stemmen over de gemeenschappen is niet mogelijk, en als ze het niet eens zijn hebben ze dus ook geen inspraak. Deelstaatregeringen hebben ook geen toegang tot het Hof van Justitie zoals de federale regering. Op dit vlak mangelt het: de Europese Unie moet inderdaad in zo'n gevallen niet bepalen wie waarvoor bevoegd is maar wel de gevolgen van die interne bevoegdheidsverdeling erkennen. 

 

(Matthias Storme sprak hierover op de conferentie georgansieerd door de Iratzar Fundazioa en de Coppieters Stichting, The future is in our hands: contribution to the conference on the Future of Europe, te bekijken op https://vimeo.com/showcase/9146355/video/661121072).

 

 

 

 

 
Locations of visitors to this page