In een tijd waarin parlementen zich met allerlei zaken bezighouden en nauwelijks met hun eigenlijke opdracht, namelijk goede wetten maken (voor de deelstaatparlementen heten die decreten en in Brussel ordonnanties), kan het geen kwaad even in de Grondwet na te gaan wat het statuut is van al die resoluties, moties, verzoeken e.d.m.
Het uitgangspunt van onze Grondwet zoals ze nu van kracht is, is dat alle machten slechts kunnen worden uitgeoefend op de wijze bij de Grondwet bepaald (art. 33 II). Voor de deelstaten geldt bovendien dat zij slechts toegewezen bevoegdheden hebben: zij kunnen slechts handelen op de wijze bij de Grondwet en bijzondere wetten bepaald en slechts in de aangelegenheden waarvoor ze bevoegd zijn gemaakt.
Voor de gewesten is het zeer duidelijk: De "bijzondere wet" draagt aan de gewestelijke organen welke zij opricht en welke samengesteld zijn uit verkozen mandatarissen de bevoegdheid op om de aangelegenheden te regelen welke zij aanduidt ...) (art. 39 GW). De gewesten kunnen dus bepaalde nader aan te geven aangelegenheden "regelen". Art. 134 GW voegt eraan toe “De wetten ter uitvoering van artikel 39 bepalen de rechtskracht van de regelen die de organen, welke zij oprichten, uitvaardigen in de aangelegenheden, welke zij aanduiden.”
Voor de gemeenschapsparlementen bepalen de artikelen Art. 127 tot 130 de aangelegenheden die zij kunnen regelen “bij decreet”.
Behalve wat die laatste decreten betreft, is het met andere woorden de "bijzondere wet" die nader uitwerkt welke aangelegenheden de gemeenschappen en gewesten kunnen regelen en door middel van welke instrumenten. In het bijzonder de verkozen vergaderingen, parlementen genaamd, kunnen geen andere dingen doen dan de dingen die uitdrukkelijk in een bijzondere wet worden voorzien.
Dingen doen die niet in de Grondwet of de bijzondere wet zijn voorzien, zijn een bevoegdheidsoverschrijding en dus onwettig.
Welnu, In de bijzondere wet van 8 augustus 1980 die de Grondwet op dit punt uitvoert, vinden we énkel de volgende instrumenten welke de Parlementen van Gemeenschappen en Gewesten kunnen gebruiken (we geven hier niet aan welke andere instrumenten de deelstaatregeringen al dan niet kunnen gebruiken):
- decreten (voor het Brussels Gewest ordonnanties) (dit omvat ook decreten voor de ratificatie van verdragen, samenwerkingsakkoorden, oprichting van diensten en rechtspersonen, e.d.).
- reglement voor de eigen werkzaamheden (art. 44)
- werken en activiteiten uitvoeren voor de uitoefening van deze bevoegdheden en het het aannemen van bepalingen en andere maatregelen betreffende de infrastructuur die noodzakelijk is voor de uitoefening van die bevoegdheden;
- recht van onderzoek (art. 40)
- verzoekschriften behandelen of naar de regering verwijzen (art. 41)
- de eigen personeelsformatie en het administratief en geldelijk statuut van zijn personeel bepalen (art. 45)
- de eigen personeelsleden benomen (art. 46, 47)
- de ministers verkiezen
- moties van vertrouwen en van wantrouwen stemmen
- advies geven aan hun regering over de voorstellen van normatieve rechtshandelingen van de Commissie van de Europese Gemeenschappen (92 quater).
Met andere woorden: al de rest is onwettig.
Op de eerste plaats al die resoluties die onder meer het Vlaams Parlement stemt. Zij hebben niet alleen geen enkele rechtskracht (dat volgt sowieso uit het ontbreken ervan in de Grondwet en Bijzondere wet), ze zijn ook onwettig omdat een deelstaatparlement daartoe geen bevoegdheid heeft gekregen.
Maar nog leuker: ook een "motion relative à un conflit d'intérêts" zoals ze vandaag gestemd werd in het Waals Parlement is volkomen onwettig. Immers, die procedure is slechts voorzien bij gewone wet (art. 32 § 1 Gewone wet van 9 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen) en niet bij "Bijzondere wet". Maar de Grondwet zegt heel duidelijk dat enkel de beslissingen die de Bijzondere Wet toekent aan de gewestparlementen en waarvan het de rechtskracht bepaalt, enige rechtskracht hebben. De gewone wet kan dus aan het Waals Parlement gewoon niet de bevoegdheid geven om een dergelijke motie goed te keuren mét rechtsgevolgen, namelijk een schorsing van de wetgevingsprocedure in een federale Kamer.
De Kamer kan gewoon voortdoen.
Ook het Vlaams Parlement, waarvan enkele ontwerp-decreten geblokkeerd worden door "belangenconflicten" ingeroepen door de Franstaligen (bv. over de inspectie in het onderwijs in de faciliteitengemeenten) kan gewoon doorgaan ...
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten